vrijdag 2 november 2007

Jezus-moslims: een nieuw fenomeen



Gisteren en vandaag heb ik in de trein het laatste nummer van Soteria gelezen, een kwartaalblad voor evangelische theologische bezinning. Een zeer interessant themanummer over contextualisatie (3:2007). Ik publiceer wellicht te weinig op deze blog om interessante discussies uit te lokken, maar anderzijds kan ik toch ook eens mijn best doen in beperkte tijd om een interessant onderwerp naar voren te brengen, die zeker een nuttige discussie kan uitlokken. Laat ik dat nu maar eens proberen. Het onderwerp dat in deze Soteria alle aandacht krijgt, heeft zeker het potentieel om reacties uit te lokken. Het gaat over de zogenaamde 'Jezus-moslims'. Op 14 mei 2007 werd een symposium gehouden over contextualisatie in een islamitische context onder het thema 'Jezus in de de Moskee of Moslims in de Kerk?' en naar aanleiding van dit symposium is de genoemde Soteria verschenen.
Bernard Reitsma opent de discussie met zijn artikel "Inculturalisatie of syncretisme: Uitdagingen en grenzen van contextualisatie in een islamitische context." Wat moeten evangelische zendelingen doen wanneer zij het evangelie willen uitdragen in een islamitische context? Hun evangelische achtergrond/cultuur implanteren (= inculturalisatie) of water bij de wijn doen om mensen te bereiken (wat gemakkelijk leidt tot syncretisme = vermenging van godsdiensten)? Hiermee worden de twee uitersten duidelijk aangeven. Het mag duidelijk zijn dat beiden niet de bedoeling zijn en de vraag blijft staan: wat dan wel?
Vervolgens vinden we twee interessante artikelen van Jaap Hansum, die het fenomeen 'Jezus-moslims' heeft onderzocht en dit ook verder wil onderzoeken als doctoraatsstudent en assisterend academisch personeel aan de ETF (waarmee Jaap dus een directe collega van mij is). Over hetzelfde onderwerp gaf Jaap Hansum ook een lezing tijdens de doctoraatsweek aan de ETF (september 2007), die ik met interesse heb bijgewoond. Hij introduceert in een eerste artikel het C1-C6-spectrum, wat oorspronkelijk werd gelanceerd door John Travis (met C6 als latere toevoeging voor de volledigheid). Wat wordt hiermee bedoeld? De C staat voor "Christ-centered-community', een christelijke gemeenschap dus. De nummers 1 t/m 6 geven om zo maar te zeggen de intensiteit aan van inculturatie (1) tot syncretisme (6????). Die vraagtekens plaats ik natuurlijk niet voor niets, want het is maar de vraag of we C6 als syncretistisch moeten verstaan. Laat dat nu net de vraag zijn die zo interessant is voor verdere discussie. Is het nog niet geheel duidelijk? Geen nood, hieronder worden C1-C6 iets concreter gemaakt.
C1: we zouden dit kunnen verwoorden als 'kolonisatie', d.w.z.: de christelijke cultuur van de zendeling wordt als het ware geïmplanteerd in de moslimgemeenschap.
C2: zie C1, maar "het vocabulaire van de lokale moslimbevolking" wordt wel zoveel mogelijk gebruikt om toch enige aansluiting te vinden.
C3: zie C2, maar ook 'neutrale' cultureel-religieuze elementen kunnen worden gebruikt.
C4: C1 wordt vermeden en het is bijvoorbeeld niet noodzakelijk om in een kerkgebouw samen te komen.
C5: hier kunnen we volgens Jaap Hansum een vergelijking maken met 'Messiasbelijdende Joden'; "aspecten van de normatieve islam die onverenigbaar zijn met het evangelie" worden afgewezen of geherinterpreteerd, maar voor de rest blijven de 'Messiasbelijdende moslims' binnen de Islam.
C6: moslims die door "dromen, visioenen, wonderen, radiouitzendingen of tijdens een bezoek aan het buitenland" tot geloof in Christus zijn gekomen, die in het geheim samenkomen, die hun geloof niet uitdragen, die als moslims worden beschouwd en zichzelf ook moslims noemen.
Het is bij de categorie C4 t/m C6 dat er wordt gesproken van de zogenaamde 'Jezus-moslims'. De vraag is dan ook: is dit geoorloofd of is dit veel te ver gaande contextualisatie? Verschillende artikelen in Soteria na de twee artikelen van Jaap Hansum reageren ook op deze vraag, maar deze ga ik niet ook nog samenvatten (respectievelijk gaat het om bijdragen van Gerrit Noort, Ane Mulder en J.M. Strengholt). Wel belangrijk is het om toe te voegen dat het hier (mogelijk) gaat om een proces, waarbij de status van 'Jezus-moslim' niet het einddoel is. Ik ben eens benieuwd naar reacties op bovenstaand schrijven.

vrijdag 5 oktober 2007

Al kunnen we het niet, het is goed!

Laat ik maar meteen na een lange en zwijgzame stilte op deze weblog met de thesis die mij nu weer heeft geprikkeld in huis vallen: "That which we cannot speak of is the one thing about whom and to whom we must never stop speaking." Het is niet mijn thesis natuurlijk. Als ik zelf een thesis zou bedenken, dan zou die wel in het Nederlands worden geponeerd. Het is de thesis van Peter Rollins in zijn boek: How (Not) to Speak of God (Brewster, MA: Paraclete Press, 2006).



Peter Rollins daagt ons uit om met en over God te spreken in het volledige besef dat we eigenlijk niet over Hem kunnen spreken. We kunnen het misschien niet, maar daarom is het nog wel goed om over God te spreken. Het is misschien heel wat om te spreken tot Degene over wie we eigenlijk niet kunnen spreken, maar daarom is het nog wel goed om tot Hem te spreken. Peter begint zijn boek met de mededeling dat hij eigenlijk niet eens over God durft te schrijven. Er is al zoveel over God geschreven. Wat heeft hij daar nog aan toe te voegen en wat durft hij daar eigenlijk aan toe te voegen? Toch doet hij het maar, want het is goed om over God te spreken en te schrijven.


Peter geeft een zeer degelijke introductie op de eigenlijke theologie, de Godsleer (letterlijk betekent theologie de leer van/over God) vanuit een 'emergent' perspectief. Hij grijpt terug op de mystieke theologie, omdat de mystici zeer goed hebben begrepen dat God de 'Onnoembare Multinoembare' is ("the unnamable is omninamable") en omdat zij altijd verborgenheid een plaats hebben gegeven in de goddelijke openbaring. God kan nooit worden gereduceerd tot een zuiver studieobject, want in geloof wordt God juist als het ultieme subject ervaren. God doorgrondt ons volledig, terwijl wij Hem nooit volledig kunnen doorgronden. Over onze Godskennis zouden we dus kunnen spreken van een 'wetende onwetendheid' ("knowing unknowing"). Probeer dat maar eens te volgen. Ik sprak eerder al eens over de steeds terugkerende paradox. Hier nog zo'n paradox. God maakt Zich bekend, terwijl we Hem nooit volledig kunnen kennen.


Maarten Luther sprak van de 'verborgen God' (Deus absconditus) en daarmee gaf hij reeds mooi weer dat wij Hem nooit kunnen doorgronden, al heeft Hij zich aan mensen geopenbaard. Ik heb nog maar een klein gedeelte gelezen van Rollin's zeer interessante boek, maar het daagt uit om verder te lezen. God is niet zomaar het meest volmaakte wezen die een mens zich zou kunnen voorstellen; God is zelfs altijd groter dan dat. God is Degene die enkel kan worden verstaan als onverstaanbaar ("the one who is conceived as inconceivable"). Als voorbeeld zegt Rollins dat je maar eens aan 50 verschillende mensen moet vragen om een essay te schrijven over "God is liefde." Dan zul je 50 totaal verschillende essays lezen. Waarom? De breedte, hoogte, lengte en diepte van de liefde van God gaat de kennis te boven (Efeziërs 3:18). We kunnen het eenvoudigweg niet volmaakt vatten, maar daarom kunnen we nog wel getuigen van wat we wel kunnen vatten. Als we ons bewust zijn van Gods grootheid, dan durven we niet zomaar Zijn aangezicht te zoeken, maar daarom is het nog wel goed om voortdurend in gebed tot Hem te spreken. "That which we cannot speak of is the one thing to whom and about whom we must never stop speaking."

zondag 9 september 2007

Doctoral Colloquium ETF, 3-7 september 2007

Het is weer even geleden dat ik hier wat van me heb laten horen. Reden voor een kleine update dus. Afgelopen week heb ik voor de derde maal de jaarlijkse doctoraatsweek aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven bijgewoond. Een verplicht nummer voor mij, omdat ik zelf ook het doctoraatsprogramma volg. Een week vol lezingen van studenten en professoren, examens, verdedigingen proefschriften, etcetera. Geen tijd gehad om te 'posten' dus, mede omdat ik zelf ook een lezing heb gegeven, getiteld "The Sacraments and Sacramentality in an Emerging Ecclesiology," waar ik de weken daarvoor ook nog heel wat tijd van voorbereiding voor nodig had.


Voor mij was deze week puur genieten. Het is een internationaal programma, dus voor mij een mooie gelegenheid om mijn Engels weer wat op te krikken en vele studenten en professoren te ontmoeten en spreken die dezelfde passies delen, namelijk werken in de bediening (voornamelijk gemeentewerk en zending) en studie theologie. Momenteel zijn er 48 doctoraatsstudenten ingeschreven en dat is een heel mooi aantal. Afgelopen week hebben twee studenten hun proefschrift met vrucht verdedigd en dus mogen we ook een tweetal nieuwe doctoren in de theologie verwelkomen, namelijk Andrew Labreche uit Roemenië (iets preciezer gezegd: een Amerikaanse zendeling in Roemenië) en Chansamone Saiyasak uit Taiwan. Zij kunnen dan wel geen Nederlands lezen, maar toch feliciteer ik hen hierbij nog eens van harte met hun welverdiende titel.
Voor mij zal het nog even duren voor ik mijn proefschrift zal gaan verdedigen. Eerst nog de examenperiode beëindigen, wat ik binnen een klein half jaar hoop te doen. Dan kan het echte werk beginnen. Mijn studie is gevestigd op de 'emergent conversation', wat ook de aanleiding is voor deze weblog. Vorig jaar heb ik mij verdiept in de ethiek van de 'emerging church' en dit jaar dus in de sacramentstheologie. Moeilijkheid is dat dit nog zeer slecht doordachte onderwerpen zijn binnen de 'emergent conversation'. Ik ben dus nog altijd hard aan het denken en bespreken welke richting ik op zal gaan voor mijn proefschrift. In ieder geval blijf ik de 'emergent conversation' volgen, maar er is een kans dat ik me meer ga richten op Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) om te zien welke bijdrage zijn theologie kan leveren aan de 'emerging church movement'. Als het die richting opgaat, dan zal hij nog wel eens ter sprake komen in toekomstige berichten.
Hier alvast een citaat om interesse op te wekken: Dietrich Bonhoeffer: "Lutheran pastor and theologian whose life and legacy exerted a wordwide influence upon theological thought, Christian imagination, piety, and practice in the post-World War II era. Born in Breslau, Germany, Bonhoeffer was executed at the age of thirty-nine in a Nazi concentration camp" (R. Zerner, "Bonhoeffer, Dietrich," In Evangelical Dictionary of Theology, 1984).

zondag 19 augustus 2007

Xnoizz Flevo Festival


Het lag niet in de planning om naar Flevo te gaan, maar afgelopen donderdag hoorden mijn zus en later ik dat we gratis konden gaan (altijd interessant voor een Hollander:-) en hebben we de vrijdag van het festival nog kunnen meepikken. Liempde ligt niet ver van Eindhoven, dus no problem om effe op en neer te rijden. Ik las zojuist op de Flevo-site dat de 10.000ste bezoeker goed is verwend (http://www.flevofestival.nl/2007/index.php?id=34&art=749), dus er was meer dan genoeg volk. En het was zeker de moeite om daar even een bezoekje te brengen; het was ook al enkele jaren geleden dat ik voor het laatst op Flevo was geweest.
Eerst geluisterd naar Psalmen Voor Nu, een Nederlands project, waarin alle Psalmen geheel (tekst en muziek) in een nieuw jasje worden gestoken. Om nog even in de sfeer van de Psalmen te blijven, luisterde ik later naar de Psalters, een groepje muzikale nomaden, wiens muziekstijl erg moeilijk te typeren is, maar 'experimentele zigeunerfolk' komt misschien nog het dichtst in de buurt. Ze zijn a.s. donderdag in Antwerpen te bewonderen tijdens een optocht voor 'Stop the Traffik!' (http://www.stopthetraffik.org/lang/dutch/), dus grijp je kans! Daarna even niet naar muziek geluisterd, maar naar een spreker: Andy Flannagan. Hij sprak n.a.v. zijn meest recente boek God 360: 120 Experiential Devotions over het belang van persoonlijke ervaringen in je geloofsleven. Andy is een begaafd jongerenwerker, spreker, schrijver, songwriter en worship leader. Heerlijk om naar te luisteren. Helemaal thuis in de 'emergent conversation'. Ik vond tussendoor in de cd-winkel van Asaf op Flevo Andy Flannagan's boek: Distinctive Worship: How A New Generation Connects with God en ik ben benieuwd. Op de één of andere manier komt 'emergent' overal en steeds weer op m'n weg, zelfs al ben ik er niet naar op zoek.
's Avonds was het weer tijd voor muziek op het hoofdpodium tot in de late uurtjes. Hillsong London, Christafari, This Beautiful Republic, Sarah Kelly en Chris Tomlin passeerden de revue. Sarah Kelly vond ik zelf dan nog het beste. Chris Tomlin was een goede afsluiter: veel bekende meezingnummers en een geweldige tijd van aanbidding met enkele duizenden bij elkaar, wat toch altijd heel bijzonder is. En daarna was ik moe. Erg moe. Terug naar huis dus! Maar het was een leuk en onverwacht dagje Flevo in ieder geval. De volgende dag was ik ook nog best wel duf. En vandaag zit de vakantie in Nederland er weer op. Ik ben weer terug in Hasselt en morgen weer door naar Leuven, want ik heb nog een hoop te doen voor mijn studie de aankomende week. De doctoraatsweek komt er weer aan begin september en dat betekent maar drie dingen: druk, druk, druk. Geen posts op deze blog dus volgende week:-)

vrijdag 17 augustus 2007

Een boodschap van verzoening

Vanavond heb ik de nieuwste film met Rowan Atkinson in de hoofdrol gekeken, Mr. Bean's Holiday, en zoals alle Bean-films, slaat ook deze nergens op, maar voor mij wel even ontspanning en plezier en dat mag toch wel als je vakantie hebt. Daarna even ge-bean-d op Google en ik vond de afbeelding hiernaast van Mr. Bean Laden. Ik ben mij ervan bewust dat niet iedereen zo'n ironisch prentje kan waarderen, maar ik moest er zelf in alle eerlijkheid toch wel even om lachen. Dat neemt niet weg dat ik de bittere realiteit van terrorisme--waar de echte Bin Laden natuurlijk meteen aan doet denken--verschrikkelijk vind en daarom schrijf ik niet een 'Bean-post' die van begin tot eind nergens op slaat, maar vanaf nu verder een serieuze post over verzoening.
Verzoening is onder vele andere een belangrijk onderwerp in de 'emergent conversation'. Vorig jaar had ik het genoegen om tijdens een conferentie in een Anglicaanse kerk in Maidstone (Engeland) te luisteren naar één van de vooraanstaande Emergent-sprekers-en-schrijvers Brian D. McLaren (zie http://www.brianmclaren.net/). Hij besteedde een belangrijk deel van zijn woorden aan vrede en verzoening in verband met de (helaas nog altijd zichtbare) apartheid in Zuid-Afrika, waar hij niet lang daarvoor was geweest. Apartheid is maar één voorbeeld uit een lijst van vele verschrikkelijke realiteiten die vaak gepaard gaan: slavernij, kolonisatie, discriminatie, haat, geweld, oorlog, terrorisme en ga zo maar door. Dit heeft God allemaal nooit gewild. God zegt: "Zalig de vredestichters" (lees Mattheüs 5:1-12 maar eens op je gemak door!). Toch krijgt God vaak de schuld van een hoop ellende. Als alle ellende mij al pijn doet, dan doet het mij nog meer pijn om te horen dat God als schuldige wordt aangewezen.
Het verlangen van God in een wereld waarin het zo uit de hand is gelopen is een verlangen naar sociale rechtvaardigheid, vrede en verzoening. Zijn verlangen is dat mensen zich hiervoor inzetten. Zalig de vredestichters. Het is hoopgevend dat er mensen zijn en opkomen (emerge) die zich hiervan bewust zijn. Carrasco schrijft: "We emphasize racial reconciliation--people building deep relationships across ethnic lines because of the saving work of Jesus on the cross" (Rodolpho Carrasco, "A Pound of Social Justice: Beyond Fighting for a Just Cause," In An Emergent Manifesto of Hope, 254). Wij zullen hier op aarde nooit een volmaakt vrederijk kunnen vestigen, maar wij worden wel duidelijk opgeroepen om vrede te verkondigen en vrede te brengen. De kerkgeschiedenis laat ons duidelijk zien dat ook christenen zich hier lang niet altijd goed voor hebben ingezet en het is goed om daarover open en eerlijk te zijn en vergeving te vragen waar nodig. Het kan ook anders en dat kunnen we ook laten zien. Hoe meer men zich zal inzetten voor rechtvaardigheid, hoe meer men tegen onrechtvaardigheid zal aanlopen. Dat moeten we accepteren en dragen in een onvolmaakte wereld. Maar dat hoeft ons niet bezorgd te maken. Nog maar kort geleden las ik met iemand uit Openbaring 21 hoopgevende woorden, die we als pelgrims op weg, 'pilgrims on the move', kunnen meenemen: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen waren voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn" (Openbaring 21:1-7). Waarom citeer ik nu zo'n lang gedeelte uit de Bijbel? Als je die vraag niet kunt beantwoorden, lees het gedeelte dan nog maar een paar keer door. Dit zijn betrouwbare en waarachtige woorden die ons uitnodigen om te drinken en die ons een geweldige toekomst voorspiegelen als we drinken.
Het evangelie is ten diepste een boodschap van verzoening. In deze boodschap is geen plaats voor onderlinge haat en nijd. Geen plaats voor apartheid. Geen plaats voor terrorisme.
Bean bracht met zijn immer humoristische insteek (al zullen velen zijn humor helemaal niet leuk vinden of waarderen) toch bovenstaande in mij naar boven. Wie kan dat bedenken? God misschien? "God, die Zich door Christus met ons verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft" (2 Korinthiërs 5:18). Een boodschap van verzoening verkondigen via de weblog kan nooit kwaad hopelijk, ook al gaf freaky-Bean de aanleiding:-).

woensdag 15 augustus 2007

Het huwelijk tussen gebed en zending

"24-7 gaat voornamelijk over het huwelijk tussen gebed en zending. We geloven dat dit een belangrijke combinatie is. Gebed en evangelisatie zijn in de Bijbel nauw verweven en hebben in de hele kerkgeschiedenis altijd krachtig samengewerkt" (Dag en nacht roepen zij tot God, 335).

Gisteren zag ik in de christelijke boekenhandel een boek liggen met de naam Pete Greig op de voorkant gedrukt. Ik denk: "Hé, die ken ik!" Niet persoonlijk, maar wel van lezen en horen. Ik nam het boek in mijn handen: Pete Greig en Dave Roberts, Dag en nacht roepen zij tot God: het verbazingwekkende verhaal van het 24-7-gebed (Hoornaar: Gideon, 2007). Een Nederlandse vertaling van het oorspronkelijk Engelse werk Red Moon Rising (Kingsway Publications, 2003). Ik had Red Moon Rising al verschillende keren in mijn handen gehad en het is me vaak aangeprezen, maar ik ben er niet toe gekomen om het ook te lezen. Wel heb ik eerder met genoegen een bijdrage van Pete Greig gelezen in een publicatie rondom de 'emergent conversation': Pete Greig, "The Missiology of Prayer," In Greg Russinger and Alex Field (eds.), Practitioners: Voices within the Emerging Church (Ventura, CA: Regal Books, 2005). Nu ik Red Moon Rising in Nederlandse editie zag staan, kon ik de verleiding niet weerstaan om het in de winkel te laten liggen en een dag later heb ik het boek uitgelezen.

Dag en nacht roepen zij tot God is het verbazingwekkende verhaal achter 24-7. Pete Greig is de initiatiefnemer van deze internationale en interkerkelijke zendings- en gebedsbeweging (zie http://www.24-7prayer.com/). Zelf meldt Pete overigens dat het nooit zijn idee, maar Gods idee is geweest (Dag en nacht roepen zij tot God, 290). Dit verhaal achter 24-7 laat ons zien dat jongeren (vooral niet-christelijke jongeren) diep verlangen naar gebed, dat mensen hierdoor op vele plaatsen de weg naar Christus vinden en ten diepste dat zending en gebed bij elkaar horen. Dit boek lees je in no-time uit--ook al telt het ruim 350 bladzijden--en het beweegt ongetwijfeld om zelf ook te bidden en getuigen. Lezen dus! De 24-7-beweging is één van vele positieve signs of emergence (sorry voor Engels, maar daar is geen Nederlandse vertaling voor die ook nog mooi klinkt:-). In de opkomende cultuur (emerging culture) staan christenen voor een grote uitdaging: "Als christenen op de juiste manier in deze woelige tijden staan, zich aanpassen aan de veranderende cultuur en op zoek gaan naar nieuwe woorden voor tijdloze waarheden, dan zal het evangelie zich de komende jaren sneller verbreiden, omdat de mensen begrijpen waarover het gaat. Aan de andere kant, als de kerk deze cultuuromslag niet goed oppakt, het verleden koestert en zich tegen elke verandering verzet, dan lopen we het risico de aansluiting te missen en in een toenemende strijd verwikkeld te raken . . . Hoe je de cultuur ook noemt--progressief of postmodern--de uitdaging blijft gelijk: we moeten de kerk opnieuw uitvinden, zonder de boodschap te veranderen" (Dag en nacht roepen zij tot God, 45). In evangelisch Vlaanderen is de roep van 24-7 trouwens niet helemaal vreemd (neem een kijkje op http://www.kniel.be/ en http://www.breeze.be/).

De kerk heeft een missie. Een missie die krachtig moet worden gedragen door gebed, want het is Gods missie die wij willen vervullen en niet de onze. Maar als we alleen maar zouden bidden, dan komt er ook niets van onze missie terecht. Zending en gebed horen bij elkaar. Daarom spreekt Pete Greig ook van een "missiology of prayer" in bovenvermeld boek Practitioners. Hij spreekt zelfs van een huwelijk tussen zending en gebed in het citaat helemaal bovenin. Hopelijk zullen zij--eenmaal getrouwd--elkaar aanvullen, verrijken, en altijd trouw blijven. Opdat velen de weg naar Christus mogen vinden.

maandag 13 augustus 2007

Parawat? Paradox, orthoparadoxie en paradoxologie.

Een paradox is een "schijnbare tegenstrijdigheid" volgens Kramers' Nederlands woordenboek. Het is een "ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie. die lijkt in te gaan tegen ons gevoel voor logica, onze verwachting of onze intuïtie" volgens Wikipedia. Een bekend voorbeeld van een paradox is de zogenaamde leugenaarsparadox (zie ook Wikipedia), die als volgt te formuleren is: Deze zin is onwaar. Als voorgaande zin waar is, dan is hij niet waar en spreekt hij zichzelf tegen. Als de zin niet waar is, dan is hij ook niet waar en dus waar en dan spreekt de zin zichzelf ook tegen. Met andere woorden: deze zin is paradoxaal.
In het christelijk geloof ontmoeten we heel veel paradoxen. Twee waarheden die waar zijn, maar die we met ons verstand niet met elkaar kunnen verenigen. De goddelijke Drie-eenheid: God is één en God is drie. De natuur van Jezus Christus: Hij is volkomen goddelijk en volkomen menselijk. Heiligheid met betrekking tot een christen: in Christus zijn we heilig en toch zijn we helemaal geen heilige boontjes. Het Koninkrijk van God: het is reeds nu gevestigd en het is nog niet in vervulling gekomen. Onze plek in de wereld: we zijn niet van deze wereld en toch leven we in deze wereld. En ga zo maar door! We kunnen er met ons verstand niet bij. Bij al deze dingen zegt ons verstand: één van de twee waarheden kan toch maar waar zijn. En toch zijn ze allebei waar! Als we één van deze twee ten koste van de andere als waarheid erkennen, dan vervallen we gemakkelijk in onbijbelse dwaalleer, want dan maken we van de andere waarheid een onwaarheid. Dat doen we dus maar niet (hopelijk). Toch willen we het met ons verstand kunnen doorgronden. Dat is het gevaar voor iedere theoloog: de neiging om te willen doorgronden wat we niet kunnen doorgronden.
Aan het begin van mijn studie theologie heb ik direct de volgende boodschap meegekregen: je wilt antwoorden, maar je zult na je studie alleen maar meer vragen hebben. Ieder antwoord leidt tot meer vragen. Dit is ofwel een blijvende frustratie waar je geen vrede mee kunt hebben ofwel accepteer je op een gegeven moment dat je niet alles kunt begrijpen of verklaren. In het eerste geval is een theologiestudie gemakkelijk afbrekend voor je geloofsleven en in het laatste geval blijft theologie altijd een heerlijke en geloofsverrijkende studie. Als we leren te accepteren dat we heel veel dingen niet kunnen weten, dan ontwikkelen we één van de meest belangrijke christelijke deugden: nederigheid. Als we genoegen nemen met het feit dat we niet alles kunnen weten, dan geven wij onze vragen veel gemakkelijker over aan God, die alwetend is (1 Johannes 3:20). Rationele trots leidt dan tot irrationele overgave. Dat leidt trouwens als vanzelf tot een andere belangrijke christelijke deugd, namelijk geduld. Er komt een tijd dat al onze onbeantwoorde vragen worden beantwoord, maar daar moeten we nog even geduld voor hebben. "Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben" (1 Korinthiërs 13:12).
In de 'emergent conversation' speelt het paradoxale een belangrijke rol. Er wordt zelfs heerlijk mee gespeeld. Zo introduceert Friesen de term orthoparadoxie (Dwight J. Friesen, "Orthoparadoxy: Emerging Hope for Embracing Difference," In An Emergent Manifesto of Hope, 201-212). Deze term combineert de termen paradox, orthodoxie (de juiste leer) en orthopraxie (de juiste praktijk). In een modernistisch raamwerk stond orthodoxie centraal: het gaat erom dat we het juiste geloven en ons verstand speelt daarbij een belangrijke rol. In reactie daarop ontstonden vaak bewegingen die orthopraxie centraal stelden met het gevaar dat het verstand geen enkele rol meer speelt. Postmoderne theologie zal veeleer een orthoparadoxie voorstaan. Orthoparadoxie is veel meer op zoek naar een juiste balans. Orthoparadoxie stelt verzoening centraal. Het één moet niet ten koste gaan van het ander. De paradox moet niet worden opgeheven. De paradox moet juist door christenen hoog in ere worden gehouden. Sawyer introduceert dan ook de term paradoxologie (Nanette Sawyer, "What Would Huckleberry Do: A Relational Ethic as the Jesus Way," In An Emergent Manifesto of Hope, 47-48). Een doxologie (afgeleid van het Griekse woord doxa = eer, heerlijkheid) bezingt de heerlijkheid van God. Paradoxologie brengt ons daar waar we nooit zullen geraken als we zouden menen dat we alles met ons verstand kunnen doorgronden. Het maakt ons nederig en klein. En het geeft ons alle reden om God groot te maken in onze gedachten, in onze gesprekken, in onze liederen en in onze gebeden.
"O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!" (Romeinen 11:33)

zaterdag 11 augustus 2007

Nieuw? Nee, Robijn Intensief.

Enkele jaren geleden was de reclameslogan van het zogezegd ultieme wasmiddel Robijn Intensief: "Nieuw? Nee, Robijn intensief." Iemand heeft een prachtig blinkend t-shirt aan en als iemand anders vraagt 'Nieuw?' is het antwoord 'Nee, Robijn Intensief'. Het t-shirt is al heel oud, maar dit wasmiddel maakt het zo goed als nieuw. De reclameslogan is terug te vinden bij de letter 'R' als je in het zoekprogramma van http://nl.wikipedia.org/ intypt 'lijst van Nederlandstalige reclameslogans'. In deze lijst vind je daarbij nog vele andere bekende en onbekende reclameslogans. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is terug te vinden op de Vrije Encyclopedie Wikipedia!

Waarom deze intro? Om Robijn Intensief te promoten? Ach nee, ga alstublieft niet teveel af op misleidende reclamestunten. Als we dat doen, dan worden we gek, want dan bestaan er geen slechte produkten op de markt (m.u.v. de concurrerende produkten van het produkt zelf) en als we eindelijk een goed produkt hebben gevonden, dan is er in het volgende reclameblok alweer een betere op de markt verschenen. Ik vind de slogan gewoon leuk en ik gebruik het zelf ook wel eens. Daarbij kan ik met deze slogan wel een interessante vergelijking maken. Ik heb al voor verschillende groepen mensen inhoudelijk wat kunnen vertellen over de 'emergent conversation' (theologiestudenten, gemeenteleiders of gewoon geïnteresseerden met wie ik in gesprek ben) en heel vaak komt daarna de vraag naar boven: "Is dit nu zo nieuw?" Hmm, wat antwoord ik nu op zo'n vraag? Ik heb er altijd wel iets moois van kunnen maken, geloof ik, maar nu heb ik het perfecte antwoord gevonden: "Nee, Robijn Intensief."
Kunnen we nieuwe uitvindingen werkelijk nieuw noemen? Sommigen zullen zeggen van wel, omdat de uitvinding (neem bijvoorbeeld een DVD-recorder) niet eerder bestond. Anderen zullen zeggen van niet, omdat de eerste DVD-recorder is gemaakt met reeds lang bestaande materialen en vanuit reeds lang bestaande kennis. Wie heeft er gelijk? Ik zou zeggen beiden. We kunnen bij nieuwe uitvindingen, ontwikkelingen, inititatieven, etc. met Prediker uitspreken "er is niets nieuws onder de zon" en tegelijkertijd gebruiken mensen niet zonder reden zovaak het bijvoeglijk naamwoord 'nieuw'. Misschien kunnen we hier wel van een paradox spreken.
Ook in de 'emergent conversation' komen we deze paradox tegen. We vinden in de literatuur en in de blogs vaak het bijvoeglijk naamwoord 'nieuw' en toch wordt ook zeer regelmatig naar de 'traditie' verwezen. Een traditie is per definite niet nieuw. Het paradoxale antwoord op de vraag "Is dit nu zo nieuw?" is dat het niet nieuw en toch vernieuwend is. Natuurlijk is het vernieuwend, want de bijvoeglijke naamwoorden 'emergent' en 'emerging' (= opkomend) wijzen er direct op dat er iets opkomt wat nog niet eerder was opgekomen. En toch is het ook niet nieuw, want het komt niet op uit het niets. De wereldgeschiedenis kent uiteindelijk maar 1 creatio ex nihilo (schepping uit het niets), waarover je kunt lezen in de eerste hoofstukken uit de Bijbel. Maar wat maakt het nu eigenlijk uit of het al dan niet nieuw is? Een veel belangrijkere vraag is of het al dan niet goed is. Maar dat is weer een heel andere vraag, die ik niet voor de lezer ga beantwoorden.
Hier volgt nog even het antwoord van Tony Jones op de vraag 'Nieuw?': "Ahead are the days of a 'new' way of understanding and living Christianity where there is no distinction in faith and practice. Many will rightly say to themselves on reading such words: This is nothing new. This is just what the Christian faith has always called for--from Jesus to James--faith and works living in harmony. To which I would say, 'Amen.' This pursuit is not something new to the faith, but far too often it is something new in our experience" (Tony Jones, "Theology of Practice, Practice of Theology," In An Emergent Manifesto of Hope, 172). Nieuw? Nee, Robijn Intensief. Nieuw en niet nieuw tegelijk.

vrijdag 10 augustus 2007

Kunnen christelijke gemeenschappen die zijn en die opkomen elkaar vinden?

In de tijd van de Reformatie heeft Maarten Luther nooit willen breken met de Rooms-Katholieke Kerk en toch is die breuk gekomen. Was deze breuk nodig of kon deze worden voorkomen? Ik denk niet dat het eenvoudig is om deze vraag te beantwoorden. Zoveel mensen, zoveel gedachten. In ieder geval moeten we een breuk vaststellen en dat valt niet meer terug te draaien.

Kunnen we vandaag spreken van een nieuwe Reformatie met de opkomst van postmoderne christelijke gemeenschappen? Volgens sommigen wel (lees bijvoorbeeld Carl Raschke, The Next Reformation: Why Evangelicals Must Embrace Postmodernity, Grand Rapids, MI: Baker, 2004) en volgens anderen niet. Ook hier: zoveel mensen, zoveel gedachten. Vanuit de gedachte ecclesia semper reformanda--de gemeente moet altijd worden hervormd--vind ik het zelf in ieder geval geen probleem om van een soort reformatie te spreken. Veel belangrijker is de vraag of christelijke gemeenschappen die zijn (bestaande kerken) en christelijke gemeenschappen die opkomen (emerging churches) elkaar kunnen vinden of niet. Moeten we een nieuwe breuk verwachten of reeds vaststellen of is dat helemaal niet nodig?

Na het ontvangen van het boek An Emergent Manifesto of Hope (EMH) afgelopen maandag (zie vorige bericht), heb ik de helft alweer gelezen. Eén bijdrage in dit boek heeft mij in het bijzonder geprikkeld om deze post te schrijven, namelijk die van Tim Conder, The Existing Church/Emerging Church Matrix: Collision, Credibility, Missional Collaboration, and Generative Friendship (EMH, 97-107). Tim Conder is al 15 jaar lang actief betrokken als oudste en onderwijzer in een bestaande evangelische gemeente, hij is vanaf het begin actief betrokken in de Emergent Conversation en hij is voorganger van 'Emmaus Way', een Emergent gemeenschap in Durham, North Carolina. Hij heeft de emerging church (EC) dus zowel van binnenuit als van buitenaf leren kennen. Hij heeft in die dubbele leiderschapspositie (hij spreekt zelf van "dual citizenship") veel conflictsituaties meegemaakt, maar hij is toch heel optimistisch over de toekomst: ". . . my leadership journey in the existing church and the emerging church has given me a vision for the future matrix of relationships between existing churches and the emergent community and the missional possibilities for this potential friendship" (EMH, 99). Hij gelooft dus dat het mogelijk is dat christelijke gemeenschappen die zijn en die opkomen elkaar kunnen gaan vinden en elkaar kunnen gaan verrijken. Dat zal echter niet vanzelf gebeuren. Drie dingen zijn daar zeker voor nodig volgens Tim Conder (EMH, 103-107):
(1) Kritische cultuuranalyse; Voor bestaande christelijke gemeenschappen wijst dit op de noodzaak om de cultuur waarin we leven serieus te nemen (wat de EC vooral doet) en voor de EC wijst dit op de noodzaak om de cultuur kritisch te bestuderen, zodat de essentiële kenmerken en praktijken van de christelijke gemeente essentieel zullen blijven (wat bestaande gemeenten vooral doen).
(2) Minder selectieve toeëigening van de kerkgeschiedenis; Voor met name Protestants-christelijke gemeenschappen betekent dit dat men verder terug kijkt dan de Reformatie. Dan zal er wellicht meer begrip ontstaan voor de EC, die zoveel passie heeft voor bijvoorbeeld het mystieke, het mysterieuze, geestelijke disciplines, het narratieve van de Schrift, het monastieke, etc. Voor de EC betekent dit juist dat men niet voorbijgaat aan de Reformatie. Conder schrijft: "In some cases, we need to find our heritage less in Foucault and postmodern critics and more in formative thoughts of Reformation theologians whose battle with modernity carved our path into postmodernity" (EMH, 105).
(3) Verschuiving in het theologische dialoog; De vraag die snel centraal staat in het theologische dialoog tussen bestaande en opkomende christelijke gemeenschappen is: "Wie hoort er thuis in de kerk en wie niet?" Hier ligt vooral een uitdaging voor bestaande gemeenten. Het gaat er toch vooral om wie we willen bereiken? Er moet een verschuiving in het gesprek plaatsvinden van binnen naar buiten de 'kerkmuren', "from the community borders of initiation to the inner spaces of missional imagination" (EMH, 106). Als de missie ook in het theologisch debat voorop wordt gesteld, dan zal de dialoog gemakkelijker vrucht kunnen dragen.
Met veel genoegen heb ik de bijdrage van Tim Conder gelezen. Hij ziet niet graag breuken tussen christenen--die helaas al veel te vaak zijn voorgekomen in de voorbije en recente kerkgeschiedenis--en hij laat in zijn eigen bediening ook zien dat dit niet nodig is. Ik herken zijn verlangen om elkaar te vinden meteen, want het is ook mijn diepe verlangen dat christenen volwassen genoeg zijn om samen te werken en elkaar niet tegen te werken. Zeker in evangelisch Vlaanderen lijkt mij dit belangrijk, want zo groot is het percentage evangelische christenen er niet. Ik werk zelf in een evangelische gemeente en ik volg actief de 'emergent conversation'. Ik voorzie nog wel conflictsituaties tussen beiden, maar ik ben toch even hoopvol als Tim Conder.
"Aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods" (Romeinen 15:7).

maandag 6 augustus 2007

Aan het strand in Scheveningen

Sinds afgelopen zaterdag is het mooie weer begonnen in België/Nederland en ook mijn vakantie is toen van start gegaan. Die combinatie is een mooi voorbeeld van goddelijke voorzienigheid. Hoelang het mooie weer zal duren, dat is altijd weer een vraag in dit deel van de wereld, maar des te meer reden om te genieten van iedere mooie zomerdag die ons wordt geschonken. Ik ben in ieder geval na veel te lange tijd weer eens in Nederland voor een paar weken en dat doet meteen al deugd.

Vandaag ben ik een dagje naar het strand geweest in Scheveningen met m'n oudere broer Marc, m'n schoonzus Marijke, m'n nichtje Lisanne (6 jaar) en m'n neefje Jeremy (4 jaar). Een kleine visuele indruk onderaan dit bericht. Ik had Lisanne en Jeremy al heel lang niet gezien en het was dan ook erg gezellig en leuk om hen weer te zien. Ik ben altijd met jongeren, jongvolwassenen en vooral met volwassenen bezig en het is daarom heel erg fijn om ook weer eens wat tijd door te brengen met jonge kinderen. Afgelopen zaterdag al een heerlijke dag met m'n neefje Sven (3 jaar) en mijn oudere zus Esther doorgebracht en vandaag dus met Jeremy en Lisanne. Kinderen zijn zo eenvoudig, zo leergierig, ze kunnen heerlijk van het leven genieten en dat is allemaal heel mooi om te zien. Ook is de positie van 'nonkel zijn' heel mooi, want je geniet van je neefjes en nichtjes en de mogelijke lasten die bij opvoeding komen kijken laat je aan vader en moeder over:-)

Dit heeft natuurlijk niets met de 'emergent conversation' te maken, maar dat hoeft ook niet altijd. Het is tenslotte vakantie en 'feel free' is dan mijn motto. Wel heb ik van m'n broer vandaag een nieuw boek ontvangen over de 'emergent conversation' (ik bestel boeken meestal via hem)--Doug Pagitt and Tony Jones (eds.), An Emergent Manifesto of Hope (Grand Rapids, MI: Baker, 2007)--en daar zal ik zeker nog wel eens naar verwijzen in toekomstige 'posts'. Bovendien zou ik niet al m'n dingen kunnen doen (inclusief werken aan deze blog) als ik ook niet eens wat anders zou doen (bijvoorbeeld een dagje naar Scheveningen), dus indirect draagt ook deze 'post' bij aan het geheel van deze blog.

(1) Lisanne (links huppelend in roze outfit), ik (naast Lisanne) en Jeremy (het jongetje rechts, helemaal klaar om op de foto te staan) op de heenreis naar Scheveningen; (2) Als je hebt beloofd om samen een zandkasteel te bouwen, dan moet je die belofte ook nakomen; (3) Raymond blaast;

(4) Nog even chillen en nagenieten op de bank voor het slapen gaan; (5) Ome Raymond leest nog een verhaaltje voor. En nu echt naar bed! Maar voor Raymond is de dag nog niet ten einde! Hij praat nog even wat met Marc & Marijke, reist nog van 's Hertogenbosch (waar zijn broer woont) weer terug naar Eindhoven (waar zijn ouders wonen en waar hij tijdelijk verblijft) en schrijft nog een stukje voor zijn blog. Daarna kan hij ook tevreden en moe gaan slapen. Er is niemand die hem nog wat voorleest (zijn kinderjaren zijn immers al even voorbij), dus bladert hij zelf nog maar wat door An Emergent Manifesto of Hope.

vrijdag 3 augustus 2007

Effectieve communicatie

"Hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. En ónze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus" (1 Johannes 1:3).


De boodschap van christenen is er één om te delen en niet om voor jezelf te houden. Dat is al eeuwenlang zo en in de 'emergent conversation' is dat niet anders. It's all about mission! Evangelisatie kan alleen maar plaatsvinden door communicatie en voor communicatie is betrokkenheid noodzakelijk. In deze post ga ik op zoek naar de betekenis van communicatie en naar wat sleutels voor effectieve communicatie, waarvoor ik dankbaar gebruik maak van inzichten uit het volgende werk: Donald K. Smith, Creating Understanding: A Handbook for Christian Communication Across Cultural Landscapes (Grand Rapids, MI: Zondervan, 1992).

De etymologie van het woord 'communicatie' maakt direct het onlosmakelijke verband tussen relatie en communicatie duidelijk. Uit het stamwoord communis (Latijn) is een hele reeks Engelse woorden afgeleid: #common #commune #community #communism #communion #communication. De Engelse taal toont duidelijk de verwantschap tussen de woorden 'gemeenschap' en 'communicatie'. Voor effectieve communicatie is gemeenschappelijk goed van belang. In het begin--als mensen elkaar niet of niet zo goed kennen--is er heel weinig gemeenschappelijk goed. Of liever gezegd: die is er wel, maar dat weten ze nog niet van elkaar. Dat ontdekt men door met elkaar in gesprek te gaan. Hoe beter men elkaar leert kennen en hoe meer men voor elkaar openstaat, hoe meer gemeenschappelijke grond men ontdekt. Natuurlijk zullen er ook vele verschillen ontdekt worden, maar vanuit gemeenschappelijke grond is er een goede basis van respect en betrokkenheid om verschillen open en eerlijk met elkaar te bespreken. Communicatie is meer dan doorgeven van informatie; het is betrokken zijn met elkaar en van daaruit zal gemeenschap groeien. De basis voor effectieve communicatie is wederzijdse betrokkenheid.

Werkelijke betrokkenheid met een ander ontstaat niet zomaar. Je moet daarvoor openstaan voor de context, de cultuur van de ander. Dat geldt niet alleen voor zendelingen in het buitenland, maar net zo goed voor effectieve communicatie met je buurman of buurvrouw. Smith noemt een aantal fasen in effectieve communicatie die van belang zijn (Creating Understanding, 30-36):
(1) Leer de taal van de ander; Voor een zendeling(e) in het buitenland is dit natuurlijk van wezenlijk belang (vind ik tenminste), maar zelfs wanneer mensen dezelfde taal spreken, kunnen zij op een totaal andere golflengte zitten. Gevoeligheid daarvoor is van enorm belang. De taal van de ander leren kennen is daarvoor een grote hulp. Een kind leert te spreken door te luisteren, te imiteren en te participeren in het leven van zijn/haar familie en gemeenschap. Daarmee kunnen we correcte taalstudie misschien wel het beste vergelijken.
(2) Deel ervaringen met de ander; Hoe beter je de taal van de ander leert kennen en spreken, hoe meer ruimte er zal ontstaan om ervaringen te delen. Hiervoor is het goed om niet alleen maar met anderen te spreken, maar ook om dingen met ze te doen.
(3) Neem actief deel in de context, de cultuur van de ander; Als je verhuist naar een nieuwe stad, dan onderneem je zeker in het begin van alles om de stad goed te leren kennen. Je bestudeert de plattegrond, je wandelt rond, je observeert goed en ook is het goed om deel te nemen aan georganiseerde aktiviteiten, monumenten te bezoeken, etc. Ik doe dat toch de afgelopen 10 maanden in Hasselt en dat helpt enorm om de stad te leren kennen. Het is nieuw, het is anders dan je gewend bent, maar door actieve deelname wordt het wel steeds meer ook jouw eigen plekje en ga je je veel sneller thuisvoelen. Dat geldt evenzeer in contacten met anderen. Leer de wereld van de ander kennen, toon interesse en onderneem stappen om die wereld ook van binnen te leren kennen. Sommigen zijn dan direct bang dat normen en waarden hier in het geding komen te staan, maar je hoeft daar je eigen normen en waarden echt niet voor op te geven.
(4) Probeer geloofsovertuigingen van de ander te begrijpen; Welke fundamentele geloofsovertuigingen hebben mensen over de wereld, het leven, God en hun eigen plaats hierin? Ieder mens vult zijn/haar leven in vanuit bepaalde vooronderstellingen, bewust of onbewust. Ieder mens wil bepaalde waarden nastreven. Het is een uitdaging om deze te leren kennen en dat kan alleen door te luisteren, vragen te stellen, betrokken te zijn met de ander.
Bovenstaande fasen zijn niet bedoeld als een stappenplan voor effectieve communicatie. Doe dit, dat en dat en effectieve communicatie vindt plaats. Nee, het zijn eerder aspecten die allemaal belangrijk zijn in het proces van effectieve communicatie en het is goed om deze steeds voor ogen te houden in het contact met de ander. Betrokkenheid is ook niet zomaar de weg om effectieve communicatie mogelijk te maken. Betrokkenheid is communicatie. In al deze fasen vindt effectieve communicatie steeds plaats.
Aan "hetgeen wij gehoord en gezien hebben" in de geciteerde bijbeltekst uit 1 Johannes gaan nog een aantal woorden vooraf, waaronder de volgende: "hetgeen wij gezien hebben met onze (eigen) ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens . . ." (1 Johannes 1:1). In effectieve communicatie kunnen wij ons er niet met een paar woordjes van afmaken. Daar komen al onze zintuigen bij kijken. Daar is sprake van ware gemeenschap met de ander. Ware gemeenschap met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus en van daaruit ware gemeenschap met de ander.

woensdag 1 augustus 2007

Lessen van Twist

Toch nog even doorgaan over spiritualiteit, waar ik in het vorige bericht over schreef. De reactie van Anton n.a.v. het boek van Mulholland heeft me niet losgelaten. Er kwamen weer veel goede herinneringen naar boven over de lessen van Twist. Het boek van Mulholland--M. Robert Mulholland Jr., Invitation to A Journey: A Road Map for Spiritual Formation (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1993)--was namelijk verplichte literatuur bij de cursus "Seminar Spiritual Education," die ik in mei 2003 heb gevolgd. De cursus werd gegeven door Dr. Tony Twist, een gastprofessor uit Amerika, werkzaam in Oostenrijk. Deze cursus reken ik wel tot één van de beste cursussen die ik heb mogen volgen in het Masterprogramma aan de ETF. Ik heb veel lessen van Twist mogen leren, die mij veel hebben geholpen en die ik ook meermaals heb kunnen doorgeven in persoonlijke gesprekken en in preken.
Eén van die lessen is de volgende. Een probleem waar velen tegenaan lopen in het dagelijks vrijmaken van tijd voor God, is onze drukke agenda. We hebben zoveel te doen en we vinden gewoon niet de tijd om even stil te zitten en lectio divina (zie vorige bericht) toe te passen. Tony Twist daagde ons uit en hij maakte een onderscheid tussen tijd en prioriteit. Hij gaf een voorbeeld uit zijn eigen leven. Hij was een groot fan van een bepaalde sportclub. Ik weet niet meer of het nu een bekende basketbal- of een bekende rugbyploeg was, maar in ieder geval één van de twee. Altijd kon hij tijd vrijmaken om wedstrijden van deze ploeg te bekijken. Niets liet hij hiervoor in de weg staan. Simpelweg omdat het volgen van wedstrijden van deze ploeg prioriteit voor hem was. Voor God kon hij echter heel moeilijk tijd vrijmaken, terwijl hij dat wel heel graag wilde. Dan begon hij zich eerlijk af te vragen of zijn relatie met God werkelijk een prioriteit was in zijn leven. Hij moest in schaamte erkennen dat niet zijn relatie met God, maar zijn favoriete sportclub prioriteit had in zijn leven. Hij was hier niet blij mee, want hij wilde wel dat zijn relatie met God prioriteit in zijn leven was. Dus wat besloot hij? Alle tijd die hij tot dan toe besteedde aan het bekijken van wedstrijden ging hij voortaan besteden aan zijn relatie met God. Dit was geen gemakkelijke beslissing, zeker in het begin niet. Toch heeft dit hem heel goed gedaan en hij heeft hier later geen moment spijt van gehad. Een prachtige les van Twist heb ik hieruit mogen leren. Een andere les die ik van hem heb mogen leren, heeft Dr. Twist een tijdje na de cursus aan mij gestuurd via e-mail. Ik had een paar vragen naar aanleiding van een aantal zaken waar ik mee worstelde en in zijn antwoord las ik onder andere: "we have to learn to crawl before we learn to walk." We moeten leren kruipen voordat we leren te lopen. Ik voelde mij schuldig over een aantal zaken, maar Twist leerde mij om voor mezelf de lat niet te hoog te leggen en dat we het beste leren door te vallen en weer op te staan. Hij antwoordde aan mij: "Vraag vergeving aan God en begin opnieuw." Zo heb ik van Twist vele lessen mogen leren, die mij verder op weg hebben geholpen en waar ik nog regelmatig aan terugdenk.


Ook is het goed om nog enige woorden te wijden aan het boek van Mulholland. Niet alleen vanwege de titel--invitation to a journey--omdat ook hierin de pelgrimsmetafoor weer naar voren komt en dat is altijd een prachtige gedachte voor een 'pilgrim on the move'. Maar ook omdat ik in dit boek een definitie heb geleerd van "spiritual formation" (geestelijke groei) die ik altijd heel goed en bruikbaar heb gevonden. Mulholland beschrijft "spiritual formation" als "(1) a process (2) of being conformed (3) to the image of Christ (4) for the sake of others" (Invitation to A Journey, 15). Geestelijke groei is een proces waarin we veranderd worden naar het beeld van Christus omwille van anderen. Laten we de ingrediënten even nader bekijken. Geestelijke groei is:
(1) een proces; Verandering gaat niet 1,2,3. Het gaat niet vanzelf. Het kost tijd en inzet. Het gaat stap voor stap. We leren door te vallen en weer op te staan, zoals eerder gezegd. Maar we groeien...als 'pilgrims on the move'.
(2) waarin we veranderd worden; Het is niet zomaar dat wij onszelf kunnen veranderen. Wij worden veranderd. Het is het werk van Gods Heilige Geest in ons leven. Onze bereidheid om God Zijn werk in ons leven te laten doen is daarbij wel noodzakelijk, evenals onze bereidheid om te doen wat Hij van ons vraagt. Het is dus dubbelop. Het is zowel Gods werk als ons werk (we noemen dat synergisme in de theologie). Paulus vermeldt beiden in Filippenzen 2:12-13: "Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt" (Nieuwe Bijbelvertaling, 2004). Hoe dan ook, er vindt verandering plaats in ons leven.
(3) naar het beeld van Christus; Jezus Christus is ons grote voorbeeld. Het doel van geestelijke verandering is om te leven in navolging van Jezus Christus. Om te weten wie Jezus Christus was en wat Hij heeft gedaan, grijpen we vooral terug naar de evangeliën in de Bijbel: Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes. Die navolging kost dan ook een prijs. Ook wij moeten--op reis, 'on the move'--ons kruis dragen in navolging van Christus. Jezus belooft ons geen kalme reis, maar wel een behouden aankomst.
(4) omwille van anderen; Jezus zette Zijn leven in voor anderen en ook wij zullen dat steeds meer gaan doen naarmate wij zullen groeien en veranderen. "Heb uw naaste lief," is hier het sleutelgebod. Egocentrisme is dus uitgesloten in de navolging van Christus.

Ik vind dit nogmaals een prachtige definitie van geestelijke groei. Uiteindelijk is het ook mijn eenvoudige, maar diepe verlangen om iets voor andere mensen te kunnen betekenen in alles wat ik doe. Ik maak daarin natuurlijk fouten, maar ik leer iedere dag opnieuw. En steeds wordt het verlangen om anderen te kunnen helpen sterker. Bedankt, Dr. Twist, voor de onvergetelijke en zeer nuttige lessen. En bedankt, Anton, om mooie herinneringen (wellicht zonder dat je het weet) weer naar boven te halen.

maandag 30 juli 2007

Bijbel en gebed: lectio divina

Onder de vele thema's die in de 'emergent conversation' naar voren komen, is spiritualiteit een heel belangrijke. Dit komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in hoofstuk 11 van het werk van Gibbs en Bolger: 'Merging Ancient and Contemporary Spiritualities' (Gibbs en Bolger, Emerging Churches, 220-234). Ik verwijs vaak naar dit werk, omdat Gibbs en Bolger m.i. een zeer heldere introductie presenteren van het gedachtegoed in de 'emergent conversation'. Spiritualiteit is een belangrijk onderwerp. Het is goed om op zoek te gaan naar een christelijke spiritualiteit (geloofsbeleving), die persoonlijk en gemeenschappelijk wordt beleefd, waarbij verstand en lichaam een rol spelen, waarin men put uit de rijke traditie (verleden) en aansluiting vindt bij het heden en wat leidt tot levensverandering (transformatie) en actie. Dit is precies waar men naar op zoek is in de 'emergent conversation'.

Eerder verwees ik al naar de theobloog Tony Jones. Hij heeft een leerrijk boekje geschreven over bijbellezen en gebed en daar wil ik even de aandacht op vestigen: Tony Jones, Read, Think, Pray, Live: A Guide to Reading the Bible in A New Way (Colorado Springs, CO: NavPress, 2003). Wij lezen vandaag de dag voornamelijk met twee doelen: informatie en vermaak. Jones wijst op een andere belangrijke reden waarom het goed is om te lezen: verandering. Christenen lezen de Bijbel voornamelijk, omdat het hun leven verandert. God heeft ons iets te zeggen in het geopenbaarde Woord, waarin Hij bekendmaakt wie Hij is en wat Hij van ons leven verlangt. Jones grijpt terug naar de christelijke traditie en hij stelt voor dat we opnieuw (zoals bijvoorbeeld Benedictus in de 5e eeuw) leren om de Bijbel niet slechts te lezen, maar ook te bidden door lectio divina. De Psalmen laten prachtig zien dat bijbellezen en bidden bij elkaar horen. De woorden die zijn opgetekend, zijn woorden die tot God zijn gesproken. De woorden die wij daar lezen, dat zijn gebeden. De sleutel voor lectio divina is luisteren. Het doel is--laat ik nu eens Tony zelf het woord geven--"developing an intimate relationship with God by praying the Scripture he gave us" (Read, Think, Pray, Live, 44).

Lectio divina spoort ons aan om dagelijks tijd vrij te maken voor God (evangelischen spreken vaak van 'stille tijd nemen') en het bestaat uit 4 belangrijke stappen:
1. lectio (lezen): lees een kort bijbelgedeelte aandachtig en ongehaast
2. meditatio (mediteren): memoriseer het bijbelgedeelte
3. oratio (spreken): spreek tot de Here in gebed na aandachtig naar Hem te hebben geluisterd tijdens het lezen en mediteren
4. contemplatio (contempleren): wees stil en neem de tijd om na te denken over wat je hebt gelezen en gebeden (dus opnieuw luisteren in de stilte)
"The point of lectio divina is to let God speak to you through his Word; however he guides you, go with it. The key is listening, so find a place and a time where you can be surrounded by quiet and immerse yourself in God's Word" (Read, Think, Pray, Live, 125).

Gebed wordt op deze manier veel meer een dialoog. God spreekt en Hij luistert. Wij luisteren en wij spreken. Sommigen hebben moeite met de stap contemplatie; zij zijn bang dat we dan onze verbeelding teveel de loop laten gaan en zij zien direct allerlei vage yoga- of New Age-praktijken voor ogen. Dat is echter niet waar het hier om gaat en het is m.i. een ongegronde angst of kritiek. Ik kan niets bedenken wat er mis zou zijn als we nadenken in de stilte op basis van Gods Woord. "Al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat; wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij [Paulus] gehoord en gezien hebt, brengt dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn" (Filippenzen 4:8-9).

zaterdag 28 juli 2007

The Art of Connecting

Een tijdje geleden kreeg ik van iemand een dun boekje over vriendschapsevangelisatie. Het is vertaald naar het Nederlands, omdat het iets te zeggen heeft voor jongeren die hun geloof met anderen willen delen in deze postmoderne tijd. Ik beveel dit boek van harte aan: Roy Crowne & Bill Muir, The Art of Connecting: Jij, Jezus en je vrienden (Almere: Coconut, 2006), vertaald en bewerkt door Martin Tensen i.s.m. enkele Youth for Christ jongerenwerkers (bekijk http://www.yfc.nl/).
Alsof het me overal achtervolgt, las ik ook hierin waarom ik mezelf als een 'pilgrim on the move' beschouw. "Het leven van een christen is een reis. We proberen allemaal onze route op de kaart te vinden. Mensen die denken dat ze al op hun eindbestemming zijn en even terugkomen om de anderen op te halen zijn in het beste geval onecht en in het ergste geval walgelijk. Om te zorgen dat je serieus wordt genomen kun je het beste authentiek en eerlijk zijn" (The Art of Connecting, 40). Als we evangelisatie--wat in The Art of Connecting het e-word wordt genoemd--in dit licht beschouwen, dan wordt luisteren naar anderen belangrijker dan spreken in evangelisatie. Mensen wachten niet direct op een evangelist, wel op een vriend. Als we niet eerst bereid zijn om te luisteren, dan hebben we ook geen recht om te spreken (The Art of Connecting, 38). In heel dit boekje gaat het over 'connecting' met anderen. Hierbij is het goed om te beseffen dat het voor God altijd draait om 'connecten' (The Art of Connecting, 63). The Art of Connecting staat boordevol goede adviezen, korte dialoogjes en belangrijke richtingaanwijzers om op een nieuwe manier naar je vrienden te kijken en hen te laten zien wat Jezus voor jou betekent. Je kunt The Art of Connecting bestellen via http://www.yfc.nl/redirect.php?id=co&idcontent=coadbb04000001v1&idknoppen=co.
Evangelisatie krijgt ook veel aandacht in de 'emergent conversation'. Er wordt veel gespoken in termen van 'missionair gemeente-zijn', omdat we als christenen op weg zijn met een missie. Dan Kimball schrijft: "The emerging church will gather in various forms, but one thing we all must have in common is a missional emphasis." Dan Kimball, The Emerging Church: Vintage Christianity for New Generations (Grand Rapids, MI: Zondervan, 2003), 92. Het is dan ook de kunst om aansluiting te vinden bij mensen met wie we in contact komen. Kortom: om ons the art of connecting eigen te maken.

Theo(b)logie

In de postmoderne filosofie zien we vaak dat er gespeeld wordt met taal. Eén letter kan zoveel verschil maken. 'Amazing grace' kan bijvoorbeeld veranderd worden in 'mazing graze' (zie vorige bericht), waardoor het begrip genade een totaal andere betekenis krijgt. 'Theologie' kan veranderen in 'theoblogie', waardoor het voornaamste medium 'literatuur' verandert in het medium 'blog' en de lokatie 'klaslokaal' of 'bibliotheek' verandert in de lokatie 'achter uw persoonlijke computer'. Ik houd wel van spelen met taal, mits we daar voorzichtig mee omgaan.
Vanavond las ik wat doorheen de blog van Tony Jones, directeur van 'emergent village' (zie http://www.emergentvillage.org/). Hij noemt zichzelf van beroep 'theobloog' in zijn profiel (zie http://theoblogy.blogspot.com/). Blogs zijn een belangrijk medium, die de wereldwijde 'emergent conversation' bevorderen. Gibbs en Bolger schrijven over leiders binnen de 'emerging churches': "Although the communities they lead may be small in number, the numbers are growing rapidly as their influence spreads through websites, blogs, chat rooms, and conference interactions" (Emerging Churches, 29). Pete Greig schrijft dat men binnen de 'emergent conversation' veel tijd besteedt aan "blogging, researching, and imagining." In: Greg Russinger and Alex Fields (eds.), Practitioners: Voices Within the Emerging Church (Ventura, CA: Regal Books, 2005), 232.
In een eerder bericht (zie ook 'links') heb ik al verwezen naar de blog van Filip, waarin naar nog vele andere interessante blogs wordt verwezen. Zie verder voor een uitgebreid overzicht http://www.emergingchurchblogs.info/. Voor mij is de blogwereld een nieuwe wereld, die ik als 'pilgrim on the move' aan het ontdekken ben. Nadeel vind ik dat er ontzettend veel blogs zijn, waarin zeer regelmatig wordt gepubliceerd en het is niet gemakkelijk om allemaal te volgen en bij te houden. Maar een groot voordeel is dat goede informatie heel gauw te vinden is als je eenmaal op de hoogte bent van goede blogs en dan kan het juist heel gemakkelijk worden om de dialoog te volgen en eraan bij te dragen. Theoblogie, ik vind dat wel een interessante woordspeling. Theologiseren via de weblog. De rijkdom hiervan is dat iedereen kan en mag bijdragen aan de dialoog. Theologie is niet slechts besteed aan studenten en professoren aan een theologische faculteit, maar aan iedereen die bezig is met belangrijke levensvragen. En zijn we dat niet allemaal? Theoblogie maakt de dialoog op breder vlak mede mogelijk. We leven toch in interessante tijden, nietwaar? McLaren wijst erop dat theologie in deze tijd terug tot leven moet komen (Brian D. McLaren, The Church on the Other Side, 68). De 'world wide web' (o.a. theoblogie) beantwoordt zeker mede aan deze roep.

woensdag 25 juli 2007

Amazing Grace

Vrijwel iedereen met een christelijke achtergrond kent het lied "Amazing Grace" wel. Genade, zo oneindig groot. "De genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen" (Johannes 1:17). Helaas kennen steeds minder mensen de overweldige rijkdom van Gods genade in een postchristelijke cultuur. De postmoderne filosoof Mark C. Taylor haalt de eerste 'a' weg in "amazing grace," zodat "amazing grace" verandert in "mazing grace." Het woord 'maze' betekent 'doolhof' of 'labyrint'. Meer en meer mensen in een postchristelijke samenleving dwalen rond in een doolhof. Zij vinden hun weg niet meer. Vele opties staan voor hen open en hoewel dit aantrekkelijk lijkt, helpt dit mensen niet verder. Daarom leven we ook in een tijd waarin veel spirituele honger bestaat. Mensen vinden geen rust en zij dwalen rond op zoek naar rust.

Misschien is "mazing grace" dan toch niet zo'n goede optie. Als dwalen ons lot is, dan zullen we genade nooit vinden. De Here Jezus biedt genade aan. "Komt tot mij, allen, die vermoeid en belast zijt [of, zo je wilt, allen die dwalen], en Ik zal U rust geven," zegt Jezus (Mattheüs 11:28). In een samenleving waarin het grote christelijke verhaal moet ophouden te bestaan, geloof ik nog altijd dat de mens juist in dit verhaal genade en rust vindt en in dit verhaal krijgt zijn of haar persoonlijke verhaal werkelijk betekenis. Anthony Thiselton verwoordt dit prachtig als volgt: "The self perceives its call and its value as one-who-is-loved within the larger narrative plot of God's loving purposes for the world, for society and for the self." Anthony C. Thiselton, Interpreting God and the Postmodern Self: On Meaning, Manipulation and Promise (Grand Rapids, MI: Eerdmans, 1995), 160.

Ik ben liever een pelgrim op weg met een duidelijk doel voor ogen dan iemand die ronddwaalt in een doolhof en geen idee heeft welke kant hij of zij op moet gaan. U ook?
Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die 't niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan 'k zien.

dinsdag 24 juli 2007

Pleidooi voor huisbezoeken

Ik werk nu zo'n goeie tien maanden in een evangelische gemeente in Hasselt als hulpvoorganger en één van de voornaamste taken voor mij is het afleggen van huisbezoeken om op die manier de gemeenteleden goed te leren kennen. Ik ben heel dankbaar dat ik word gestimuleerd om dit te doen. Het is niet altijd eenvoudig. Soms belde ik mensen op uit de adressenlijst om mezelf voor een bezoek uit te nodigen, terwijl ik geen idee had wie ik aan de lijn had. Toch hebben mensen mij (tot nu toe) heel hartelijk en gastvrij ontvangen. Huisbezoeken zijn een grote hulp voor mij om vertrouwd te raken met de mensen en andersom hebben mensen zo de gelegenheid om mij te leren kennen.
Vandaag dacht ik opnieuw eens na over het belang van huisbezoeken in de gemeente door gemeenteleiders. Ik ben hier altijd groot voorstander van geweest. In de gemeente waarin ik als kind opgroeide was het heel gebruikelijk dat gemeenteleden minstens jaarlijks werden bezocht. Ik kan mij nog herinneren dat ik het heel fijn vond als de dominee bij ons thuis op bezoek kwam (daardoor weet ik zelfs nu de naam van deze dominee nog). In de gemeente waar ik later naartoe ging werden gemeenteleden niet structureel bezocht, enkel op persoonlijk verzoek van het gemeentelid zelf. Ik vond dit een gemis. Ik moest--toen ik later theologie ging studeren--eens een uitgebreid onderzoek doen naar het reilen en zeilen in mijn thuisgemeente voor het vak 'Dienst in de gemeente' (2001). In de conclusie schreef ik o.a. bij het punt 'zwakke punten'/'punten van verbetering': "Een gemeentelid wordt enkel bezocht door één van de oudsten, wanneer deze dat zelf aangeeft. En misschien zou het goed zijn om als oudsten jaarlijks elk gemeentelid een bezoek te brengen. Voordelen hiervan zijn o.a. dat gemeenteleden en gemeenteleiding elkaar beter kunnen leren kennen en dat het initiatief hierbij vanuit de gemeenteleiding zelf komt. Ook kan de gemeenteleiding tijdens zo'n bezoek vragen naar de geestelijke toestand van de gemeenteleden en hoe zij het persoonlijk vinden in de gemeente." Ik vond het wel interessant om dit werkstuk weer eens door te lezen vanavond, omdat ik wist dat ik hierover iets had geschreven hierin. Deze gedachte is in de loop der jaren en zeker nu ik het ook in de praktijk toepas in mijn bediening alleen maar sterker geworden. Huisbezoeken afleggen heeft vele voordelen. Je geeft de mensen de gelegenheid om jou te leren kennen. Je hoort direct wat er allemaal leeft bij de mensen. Je geeft persoonlijke aandacht aan mensen. Je ontmoet elkaar in een andere omgeving, de thuisbasis van de mensen zelf. Je kunt de mensen direct vragen stellen en je kunt vragen van mensen direct beantwoorden. Eerlijk gezegd is het enige nadeel wat ik kan bedenken om huisbezoeken af te leggen dat het heel veel tijd en inzet kost. Dit mag ons echter niet belemmeren, want is het niet zo dat alle mooie en goede dingen heel veel tijd en inzet kosten?
Het is denk ik goed om huisbezoeken structureel toe te passen in een gemeente. Ik bedoel hiermee dat je zorgt voor een bepaalde structuur, die waarborgt dat alle gemeenteleden over een bepaald verloop van tijd worden bezocht. Dit kan verdeeld worden over een aantal mensen (de oudsten, de pastorale werkers), want in een grote gemeente is het natuurlijk moeilijk en ook niet nodig om alles zelf te doen als gemeenteleider.
Een pleidooi voor huisbezoeken. Wat heeft dat nu weer te maken met de 'emergent conversation', waar ik rond heb beloofd te schrijven in deze blog? Naast 'identificatie met Christus' (zie vorige bericht) is 'leven als gemeenschap' een heel belangrijk bestanddeel van het DNA van de 'emergent conversation'. In een postmoderne tijd is gemeenschap van wezenlijk belang. Ik ben ervan overtuigd dat het afleggen van huisbezoeken het leven als gemeenschap sterk zal bevorderen. In huisbezoeken staat de ontmoeting met de ander centraal. In huisbezoeken is er de gelegenheid om persoonlijke verhalen met elkaar te delen. In huisbezoeken is er ruimte om relaties te verdiepen. In huisbezoeken kan de persoonlijke relatie met God diepgaand worden besproken. Bovendien leeft men in de 'emerging conversation' in de overtuiging dat gemeenten niet programmagericht, maar relatiegericht moeten zijn. In huisbezoeken draait het toch niet om programma's, of wel? Ja, het kan wel, maar dan is het aan de bezoeker om geen verborgen agenda mee te nemen.
"We need to establish community in deep ways to build trust." Dan Kimball, The Emerging Church: Vintage Christianity for New Generations (Grand Rapids, MI: Zondervan, 2003), 206.

Roger Oakland verwerpt contextuele theologie

Vandaag ontving ik van een broeder uit de gemeente de laatste nieuwsbrief van Lighthouse, waarin ik een artikel las van Roger Oakland, Contextual Theology - Falling From Truth Through the Emerging Church. Oakland heeft het niet op de emerging church en ook niet op contextuele theologie in het algemeen. In de zogenaamde emerging churches staat niet langer het Woord van God centraal in de preek, maar de ervaringen van mensen worden gedeeld en in het licht daarvan wordt door middel van verhalen en symbolen het Woord van God bestudeerd. In contextuele theologie moet de bijbelse boodschap zogezegd worden aangepast aan de context (cultuur, etniciteit, geschiedenis). Met de woorden van Oakland: "since cultures and societies are always changing, the Word must change with it and be conformed to these changes." Oakland wijst daarentegen op Romeinen 12:2, waar Paulus schrijft: "wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken." Oakland waarschuwt ons voor de 'emergent conversation': "the emergents are leading followers in the opposite direction, teaching that the Word of God needs to be conformed to people and cultures instead of allowing it to conform lives through Jesus Christ." Niet de cultuur, maar het Woord van God moet de gezaghebbende norm zijn voor ons leven.
Het Woord van God is zeker de gezaghebbende waarheid in alle tijden en het verliest niets aan relevantie door alle eeuwen heen. Dat deel ik van harte met Oakland. Aan het Woord van God moeten wij niets toevoegen en niets afnemen (Openbaring 22:18-19). De boodschap blijft altijd dezelfde. Ik vraag mij echter af of Oakland een goed begrip van contextuele theologie naar voren brengt. Contextuele theologie wil niet per definitie de bijbelse norm vervangen door een culturele norm. Dit is zeker altijd een aanwezig gevaar en daarom ben ik blij met deze waarschuwing, maar het is wel wat kort door de bocht om te stellen dat men zich hier in de 'emergent conversation' aan schuldig maakt. Men wil de cultuur waarin we leven serieus nemen, maar men wil helemaal niet de cultuur tot norm verheffen. Volgens Oakland zouden 'emergents' hun volgelingen aanzetten om gelijkvormig te worden aan de cultuur in plaats van Jezus Christus. Identificatie met Jezus Christus is echter één van de belangrijkste zaken die men in de 'emergent conversation' wil voorstaan. Zie bijvoorbeeld Eddie Gibbs en Ryan K. Bolger, Emerging Churches: Creating Christian Community in Postmodern Cultures (Grand Rapids, MI: Baker, 2005), 47-63.
We zijn als christenen niet "van de wereld" en daarom moeten we ook niet gelijkvormig worden aan deze wereld, maar we blijven wel een plaats hebben "in de wereld" en we worden ook geroepen om het evangelie te verkondigen "in de wereld." We moeten dan wel de cultuur (lees: context) waarin we leven bestuderen, serieus nemen en zoeken naar wegen om ons licht te doen schijnen. Mijns inziens is dit precies waar de 'emerging conversation' zich mee bezighoudt en we doen er goed aan deze dialoog actief te volgen. De waarschuwing om ons niet te laten leiden door de cultuur, maar door het Woord van God, neem ik daarbij natuurlijk ernstig ter harte. Het kan daarom nooit kwaad om kritische geluiden als die van Oakland goed te bestuderen. Begin augustus verschijnt een nieuw boek van Oakland op de markt, waarin de 'emergent conversation' kritisch onder de loep wordt genomen, getiteld Faith Undone: The Emerging Church - A New Reformation or an Endtime Deception.