dinsdag 30 december 2008

Gratia vobis et pax

Genade zij u en vrede

Gods zegen in 2009

vrijdag 19 december 2008

De dwaasheid gekroond

Afgelopen zondag las ik in de trein van Amsterdam naar Eindhoven op aanraden van een goede vriendin het boekje Lof der Zotheid of De Dwaasheid gekroond: een pronkrede van Desiderius Erasmus en hierin kwam ik enkele citaten tegen die ik graag met anderen deel. Natuurlijk kwam ik vele leuke, mooie of sprekende citaten tegen, maar het recht komt mij niet toe om heel het boekje hier te gaan overtypen. Het doel van mijn citeren is niets meer of minder dan de lezer warm te maken om het betreffende werk zelf te gaan lezen. In bovenstaand werk van Erasmus komt het erop neer dat de wijze dwaas is en de dwaze wijs, een vaak over het hoofd gezien, maar een heel bijbels principe (vgl. 1 Korintiërs 1:18-31).
Eerst is het handig om de wijze een beetje te kunnen plaatsen: "Nodig een wijze uit voor een diner en hij zal het verpesten door te zwijgen als het graf of door de gasten met vervelende vraagstukjes lastig te vallen. Vraag hem te dansen en je zult een kameel bokkensprongen zien maken. (...) Als er iets gekocht moet worden, kortom als er iets gedaan moet worden wat essentieel is voor de dagelijkse gang van zaken, dan lijkt die wijze eerder een zoutzak dan een mens. In geen enkel opzicht kan hij van enig nut zijn voor zichzelf of zijn vaderstad of zijn omgeving, omdat hij geen weet heeft van gewone dingen en mijlenver afstaat van de publieke opinie en de normale maatschappij. Het is logisch dat hij zich daarmee ook gehaat maakt, door met zulke andere opvattingen in het leven te staan. Want is niet alles wat zich tussen stervelingen afspeelt één en al dwaasheid, door dwazen en voor dwazen?" (Lof der Zotheid, vertaling door Harm-Jan van Dam, Salamander Klassiek, 2005, pp. 44-45). Toen ik het, eenmaal in Eindhoven aangekomen, aan mijn zus voorlas, moest zij hard lachen, omdat zij enige kenmerken van de zogenaamde wijze in mij meende te herkennen. Nu meen ik--naar ik hoop en probeer--nooit wijs te zijn, maar al zou mijn zus het bij het rechte eind hebben, dan blijf ik volgens de logica van Erasmus gelukkig nog altijd een dwaas.
Vervolgens een mooie raadgeving voor de wijze: "Niets is dwazer dan misplaatste wijsheid; zo getuigt er ook niets van minder inzicht dan onzinnig inzicht. Want je gedraagt je onzinnig als je je niet aanpast aan de situatie, als je wereldvreemd bent en je niet op z'n minst aan de eerste regel van het drinkgelach wilt houden: drink wijn of verdwijn, en als je eist dat een toneelstuk iets anders dan een toneelstuk is. Daarentegen getuigt het van echt inzicht om niet wijzer te willen zijn dan de mens toekomt en mét de hele rest van de mensheid ofwel gewillig mee te spelen of je beleefd te laten bedriegen. Maar dat getuigt nu juist van dwaasheid, zeggen ze. Dat zal ik niet ontkennen; als zij dan maar toegeven dat zó nu eenmaal de komedie van het leven gespeeld wordt." (p. 50). Dat geeft weer stof tot nadenken voor de wijze. Of wellicht kan hij of zij beter eens niet nadenken.

zaterdag 15 november 2008

De pelgrimsreis van Obama

Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit iets heb geschreven wat direct met politiek verband houdt, maar eens moet de eerste keer zijn. Het is mijn gewoonte om minstens twee biografieën per jaar te lezen, omdat het leerzaam en inspirerend is om je te verdiepen in de levensweg of de pelgrimsreis van andere mensen. De eerste die ik dit jaar heb gelezen is Getemde tijger over het leven van Tony Anthony, de drievoudig wereldkampioen Kung Fu en top-bodyguard die later christen en evangelist is geworden. Deze heb ik vooral gelezen omdat het een tijdje geleden een hele hype is geweest en het boek werd/wordt in veel kerken gebruikt als evangelisatiemateriaal. Het is een goed verhaal om eens te lezen, maar ik zou het zelf niet direct voor evangelisatie gebruiken. De tweede biografie die ik afgelopen week heb uitgelezen is Barack Obama: zijn droom--zijn geloof (Kampen: Kok, 2008), geschreven door Stephen Mansfield. Hierin leren we de man kennen die het recent van presidentskandidaat tot president van de Verenigde Staten heeft weten te schoppen. Formeel is hij het nog niet natuurlijk, maar de ruime meerderheid van stemmen is al binnen. Ik zag het kort geleden voor een leuke prijs in de boekhandel liggen, de Nederlandse vertaling door Sjoerd Heij werd uitgegeven door uitgeverij Kok, het leek mij interessant om iets meer over deze nieuwe president te weten te komen, dus genoeg redenen om dit boek te lezen.
Het chronologisch overzicht van Barack Obama's leven aan het begin van het boek eindigt op 10 februari 2007, de dag waarop Obama zijn kandidatuur voor de presidentsverkiezing bekendmaakte. De lezer van het boek kan hier nu al een belangrijke datum aan toevoegen, namelijk 4 november 2008, de dag waarop hij met meer dan voldoende stemmen tot 44ste president van de Verenigde Staten werd verkozen. Obama werd geboren op 4 augustus 1961 in Honolulu. Hij heeft gewoond in Hawaï, Indonesië en de Verenigde Staten. Hij heeft tussen verschillende religieuze werelden geleefd (atheïsme, Islam, Christendom) en mede daarom is hij een ruimdenkend man geworden. Als Afro-Amerikaan heeft hij zich lange tijd als een man zonder land gevoeld, maar hij voelt zich duidelijk thuis in Amerika en hij heeft naar eigen zeggen een hoopvolle boodschap voor het land. Hij is pas op latere leeftijd christen geworden. Hier heeft de Trinity United Church of Christ in Chicago, waar hij lange tijd de diensten heeft bijgewoond, een belangrijke rol in gespeeld. Het is een grote Afro-Amerikaanse kerk waarin duidelijk de 'black theology' (zwarte theologie) of 'liberation theology' (bevrijdingstheologie) wordt verkondigd. In die tijd was Jeremiah A. Wright junior daar de voorganger, een invloedrijk man die duidelijke standpunten verkondigt en het daarin niet hoog opheeft met de Amerikaanse politiek. Zijn invloed op Obama, die nota bene president van Amerika wordt, geeft velen daarom te denken, maar Obama heeft deze kerk natuurlijk niet zonder reden verlaten. Obama is uitgesproken christen en hij meent dat geloof en politiek helemaal bij elkaar horen, maar zijn interpretatie van de Bijbel en zijn standpunten over bijvoorbeeld abortus roepen toch een hoop vragen op bij conservatieve christenen. Voor velen was het een verrassing dat hij tot president werd verkozen, voor velen niet, maar iedereen is benieuwd wat dit zal brengen. Het boek over Obama beschrijft zijn leven in ieder geval op een boeiende wijze en ook leer je hierin meer over onder andere Amerikaanse politiek, bevrijdingstheologie en de religieuze zoektocht van de mens. Een aanrader dus!

dinsdag 4 november 2008

Leven als een pelgrim

Ik ben erg enthousiast over de pelgrimsmetafoor, zoals de titel van deze blog al doet vermoeden. Het is daarom gepast om hier eens wat meer te schrijven over het leven als een pelgrim. Een themanummer over 'religie en pelgrimage' in TussenRuimte, een tijdschrift voor interculturele theologie, gaf mij hiervoor de aanleiding. De boeiende artikels hierin geven verslagen van persoonlijke pelgrimsreizen en informatie over wat pelgrimeren betekent. Dr. Hanneke Arts-Honselaar geeft als redactielid een mooie beschrijving om de artikels in te leiden:
"Pelgrimeren is een hoopvol en verwachtingsvol openstaan voor het 'onbekende' dat je ontmoeten zult onderweg en op de plaats van bestemming. Een pelgrim weet nog niet hoe de weg hem zal veranderen, hoe de ontmoetingen haar zullen vormen. Toch heeft hij, heeft zij ervoor gekozen op weg te gaan, weg te trekken uit het vertrouwde en zich open te stellen voor de nieuwe perspectieven die de weg zal ontsluiten. Misschien met angst of onzekerheid, maar zeker met de hoop dat deze tocht iets zal opleveren. Wat? Dat zal zich, gaande de weg, onsluiten." Hanneke Arts-Honselaar, "Sporen in de ziel," In TussenRuimte 3 (2008): 3.
Zelf zou ik het niet zo mooi kunnen verwoorden, maar met de titel van deze blog "Pilgrim on the Move" probeer ik wel hetzelfde te zeggen. Ik ben immer op weg en ik denk dat dit geldt voor ieder mens. Soms bewandel je de weg met een duidelijk doel voor ogen, soms lijk je een doel te hebben gevonden en raak je het even kwijt en soms lijkt de weg geheel doelloos. Het leven zit barstensvol wisselmomenten en de mens blijft leren, groeien, vallen en weer opstaan. Je kunt dit samenvatten als 'een tragische cyclus' en dan zul je gauw depressief worden, maar je kunt dit ook wat neutraler en positiever verstaan als 'een dynamisch proces' en dan zal de toekomst meer een uitdaging vormen. Het leven als een pelgrim houdt nooit op, want een ware pelgrim geeft nooit op. Het oude en vertrouwde loslaten is vaak beangstigend, maar het is soms nodig en gelukkig is er voor een pelgrim op weg altijd de stille hoop en verwachting dat de richting gaande weg wordt gewezen.

donderdag 23 oktober 2008

Bloeiende geloofsgemeenschappen



Sinds kort ben ik weer woonachtig in Eindhoven, de plaats waar ik ben geboren en getogen. Al zoekende naar geschikte vacatures bladerde ik door 'De Weekkrant - Groot Eindhoven' en mijn oog viel op een advertentie voor een lezing van Henk de Roest, die als hoogleraar praktische theologie is verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit in Leiden. De lezing vond plaats in Eindhoven op 23 oktober 2008 om 20:00 uur. Ik las de advertentie op diezelfde dag om 17:30 uur. Net op tijd dus! Met veel genoegen heb ik deze lezing bijgewoond, dus hieronder een kort verslag.



Henk de Roest is auteur van het boek En de wind steekt op! Kleine ecclesiologie van de hoop, een boek die in 2005 verscheen en reeds voor de 3e maal is herdrukt. Het boek is al eerder onder mijn aandacht gekomen, maar ik heb het nog niet gelezen, dus wat een geluk dat de spreker zelf nu vlak in de buurt een lezing gaf n.a.v. zijn boek. Hij behandelde zeven kenmerken van bloeiende geloofsgemeenschappen (naar het onderzoek "building bridges of hope," zie bijvoorbeeld http://www.geocities.com/ccom_ctbi/bbh1.html), namelijk de volgende:
1. Men is zich bewust van richting of koers.
2. Men slaagt erin om een beweging naar buiten te maken (zoeken naar samenwerking met instanties in de buurt).
3. Men slaagt erin om een verbinding te leggen tussen geloof en het dagelijks leven.
4. Men biedt gelegenheden om onderling tot uitwisseling te komen van de geloofsbeleving (geloof en waarden).
5. De leiding omschrijft zichzelf als mogelijkmakend, coachend, animerend (zij werkt in teamverband, wil inspiratie bieden en heeft oog voor weerstanden).
6. Men staat open voor begeleiding, dus er is sprake van opvolging of supervisie.
7. Men wil bewust leren van wat er in andere geloofsgemeenschappen of geloofstradities plaatsvindt (open houding).
Bovenstaande kenmerken geven iedere geloofsgemeenschap te denken. Ze zijn naar mijn mening helder, inspirerend en uitdagend. Vooral het laatste punt, waarin oecumene een belangrijke rol speelt, boeit mij de laatste tijd enorm. Over dit onderwerp zullen wellicht nog enkele berichten volgen in de toekomst. "Het is van essentieel belang," aldus eindigde Henk de Roest zijn lezing, "dat geloofsgemeenschappen de verkokering, het isolement te boven komen." Voor wie hierover meer wil lezen, verwijs ik graag door naar het boek. Ook kunnen zij uitzien naar de opvolger die binnenkort verschijnt: Een huis voor de ziel: gedachten over de kerk voor buiten en binnen (de ondertitel staat trouwens nog niet vast, dus laat het Henk de Roest gerust weten als je een betere suggestie hebt).

maandag 18 augustus 2008

Nu we toch over de kerk bezig zijn...

"Hoe verhouden de kerk en de wereld zich tot elkaar? Wat is de plaats van de kerk in de samenleving? Deze vragen staan centraal in deze Bodem. Toch duikt hier op de bodem nog een eerdere vraag op: wat bedoelen we eigenlijk met kerk en wereld?"
Lees dit artikel verder door te klikken op: http://www.bodem-online.nl/bodem/9/65/.

donderdag 10 juli 2008

Heeft de toekomst een kerk?

Heeft de kerk een toekomst? Anders verwoord: heeft de toekomst een kerk? Het antwoord ligt wel voor de hand. Sinds het ontstaan van de kerk in de nieuwtestamentische periode heeft de kerk altijd bestaan. Een wereld zonder kerken is haast ondenkbaar. In ieder dorp, iedere stad vinden we er wel een en vaak meerdere. Natuurlijk heeft de kerk een toekomst. De vraag is eerder: wat voor toekomst? Hoe ziet die toekomst eruit? Om deze vraag te beantwoorden, helpt het om wat licht te werpen op de kerk(en) vandaag in het hier en nu. Daarom was ik wel geïnteresseerd om enkele jongeren te vragen wat zij van de kerk denken/vinden (zie vorige bericht). In de reacties komen zowel hopeloze als hoopvolle zaken aan de orde. Laat ik met de hoopvolle beginnen. De kerk wordt nog altijd gezien als een plaats waar mensen hun geloof kunnen beleven, waar mensen bidden en waar iedereen naar toe kan gaan. Het is interessant en mooi dat mensen meteen over God en hun eigen geloof beginnen te praten als het onderwerp 'kerk' naar boven komt. Dat doet de kerk dus goed, want het zou erg triest zijn wanneer dit niet langer het geval zou zijn. Geen mens ontkomt eraan om over het bestaan van God na te denken en het is mooi dat de kerk het gesprek hierover graag op gang wil brengen en de richting naar God wil wijzen. Meer verontrustend is het dat de kerk veelal met een gebouw wordt geassocieerd. Het is een religieus gebouw waar sommige mensen zich thuis voelen, maar velen voelen zich er ook helemaal niet thuis. De meeste jongeren die ik aan het woord heb gelaten, vinden het idee om iedere week naar de kerk te gaan helemaal niet prettig. Waarom vind ik dit verontrustend? Ik denk vooral omdat de kerk meer zou kunnen zijn dan een gebouw waar mensen wekelijks samenkomen. Het gaat om de mensen die samenkomen en wat zij samen beleven. Het zijn de mensen die iets zouden moeten uitstralen door andere mensen deel uit te laten maken van hun eigen leven. De schoonheid moeten we kunnen vinden in de mensen; de schoonheid van het gebouw is slechts van secundair belang. De mensen die samen hun geloof beleven en uitdragen zijn samen de kerk van de toekomst en hoe die toekomst van de kerk eruit zal zien, hangt dus helemaal van deze mensen af. Mensen kunnen geen keuzes maken voor andere mensen, maar zij zijn wel verantwoordelijk om zelf goede beslissingen te nemen. Of de kerk een toekomst heeft is dus een vraag die iedereen die deel uitmaakt van de kerk in de eerste plaats aan zichzelf moet stellen. Als het in de kerk gaat om mensen die in afhankelijkheid van God hun geloof willen beleven en uitdragen, dan zijn het ook deze mensen die ieder afzonderlijk en samen een belangrijke rol spelen in de toekomst van de kerk en de kerk van de toekomst.

vrijdag 27 juni 2008

Jongeren over de kerk

Wat denken jongeren over de kerk? Altijd interessant om te weten. Ik heb aan twee verschillende klassen (2e jaars en 7e jaars middelbaar) de vragen 'wat is de kerk?' en 'wat is het belang van de kerk'?' voorgelegd. Ik gaf hen even de tijd om hierover na te denken en vroeg hen vervolgens deze vragen op papier te beantwoorden. Enkele van deze jongeren hebben een kerkelijke achtergrond (Protestants en Rooms-Katholiek), de meesten niet. Hieronder een greep uit de verschillende antwoorden die naar boven kwamen. In een volgend bericht een korte reflectie n.a.v. dit bericht jongeren over de kerk. Met goedkeuring van de leerlingen vermeld ik voornaam en leeftijd.
***"De kerk is een religieus gebouw waar men samenkomt om te bidden of om de mis te volgen en in hun geloof te geloven. Ik vind persoonlijk de kerk niet belangrijk." (Lotte, 13 jaar)***
***"Ik ben een beetje bang van kerken, omdat ze altijd zo groot zijn en oud en raar ruiken. Het is alsof je als een nietig dingetje iets of iemand stoort door er te zijn en daarom voel ik me nooit echt thuis in kerken. Kerken geven wel altijd het middelpunt aan van iets. Het is het centrum van een dorp of stad en iedereen mag er komen en dat verbindt de mensen." (Sebastiaan, 18 jaar)***
***"De kerk is een religieus gebouw waar mensen bidden." (Wesley, 13 jaar)***
***"De kerk is een plek waar je je religie kunt uiten. Zelf vind ik de kerk niet belangrijk. Je kunt overal bidden, overal. Waarom is er dan een hele kerk nodig? Waarom niet gewoon een huisje?" (Lisa, 13 jaar)***
***"De kerk is voor mij een rustige plek. Je kan er altijd terecht. Voor mij persoonlijk heeft het geen speciale betekenis. Het is niet alsof ik me dan dichter bij God voel. Ik vind het wel gewoon fijn om er rond te lopen, de zachte wierook te ruiken en letterlijk je gedachten te laten gaan. Ik zie het dus niet als een gemeenschap, ben ook niet zo'n type dat elke week naar de dienst gaat. Toch zie ik mezelf als gelovige. Een kerk is dus meer een mooie rustige plek, zonder dat ik daar God meteen aan verbind." (Kathelijne, 17 jaar)***
***"De kerk is een plaats waar mensen die in god geloven 1 keer per week of meerdere keren per week naar toe gaan om over god te praten en met hem te zijn." (Nina, 13 jaar)***
***"Ik ga niet meer naar de kerk hier in Brussel, eigenlijk maar één of twee keer per jaar, met Kerstmis en Pasen. Ik vind het niet vervelend om te gaan, maar als ik elke week zou moeten zou ik dat wel vinden. (...) Ik hou me niet erg ermee bezig, omdat er zoveel andere dingen zijn die ik op dit moment leuker of nuttiger vind. Toch kan ik me voorstellen dat ik later iets méér zal zoeken en dat ik dan naar de kerk zou gaan om invulling te geven aan vragen of om gewoon een beeld te krijgen hoe de Bijbel antwoord geeft op belangrijke vragen." (Hector, 17 jaar)***
***"De kerk is een gebouw waar mensen naartoe gaan die willen bidden of even alleen willen zijn, een plaats voor mensen die denken dat ze iets fout hebben gedaan en het willen opbiechten. Het is voor mij zelf niet zo belangrijk, maar misschien voor iemand anders wel. Ik ga ook niet vaak naar de kerk en vind de mis ook alleen maar saai." (Marie-Louise, 13 jaar)***

maandag 19 mei 2008

WACHTEN (part five)



"Waiting for God's leading is extraordinarily difficult and unnatural but always worthwhile."


Met het citaat hierboven begint het hoofdstuk over wachten in Gordon S. Jackson, Destination Unknown: A Guide to Discovering God's Will (Colorado Springs, CO: NavPress, 2004), 132-135. Ook begint met dit citaat het laatste berichtje over dit onderwerp. Enkele jaren geleden las ik het boek Destination Unknown, omdat ik toen erg geïnteresseerd was in de onderwerpen 'Gods wil ontdekken' en 'Gods leiding in je leven'. Nu ik in mijn leven en op deze weblog bezig ben rond het thema wachten, herinnerde ik mij dat hier in dit boek aandacht aan wordt besteed. Hieronder wil ik verder reflecteren op dit thema aan de hand van bovenstaand citaat.


Wachten op Gods leiding is bijzonder moeilijk en onnatuurlijk, maar altijd de moeite waard (vertaling citaat bovenaan). Ik zou zelf niet spreken van 'wachten op Gods leiding', omdat dit lijkt te veronderstellen dat God geen leiding geeft tijdens het wachten en het hele wachtproces wordt dan al direct negatief voorgespiegeld, terwijl ik juist probeer om wachten in een wat positiever daglicht te stellen. Waar Gordon Jackson op doelt is het wachten op de rust en zekerheid om een belangrijke beslissing in je leven te durven nemen, het wachten op duidelijk over Gods wil. In heel dit proces geeft God leiding, als je hiervoor openstaat uiteraard. In vorige berichten werd al duidelijk dat wachten bijzonder moeilijk en onnatuurlijk is, omdat mensen in de regel (een regel kent altijd uitzonderingen!) zeer ongeduldig van aard zijn. Ons natuurlijke ongeduld kan ervoor zorgen dat wachten het laatste is wat we willen doen. Toch moeten we regelmatig wachten. Het is dan niet goed om haastig en ongeduldig te zijn. God werkt in de regel (ook deze regel kent dus uitzonderingen!) niet haastig. Vele profetieën in de Bijbel werden pas veel later vervuld nadat ze werden uitgesproken en velen zijn vandaag nog niet eens vervuld. De mens is van nature ongeduldig, maar God is zeer geduldig. Denk bijvoorbeeld aan wat Petrus schrijft: "De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat" (2 Petrus 3:9). Als God geduldig is, dan moet wachten wel de moeite waard zijn, zoals Gordon Jackson schrijft.
Waarom is wachten nu de moeite waard in het leven van een christen? Het is een tijd waarin we kunnen groeien en waarin we ons naar God kunnen uitstrekken. Het is een tijd die God gebruikt om ons te vormen. Het is een tijd die laat zien of we werkelijk geloven in en vertrouwen op Gods leiding in ons leven. Destination unknown. Waar het wachten uiteindelijk goed voor is, dat weten we niet vantevoren. Waar het precies toe zal leiden, dat is onduidelijk in de wachtperiode. Als dit leidt tot frustraties en dus ongeduld, dan vraagt God aan de mens om deze frustraties geheel los te laten en aan hem te geven. God wil niet enkel dat we rust en vrede hebben na de wachtperiode, maar ook in de wachtperiode. Als we dat vinden--wat een serieuze en reeële mogelijkheid is--dan is wachten geen last meer. Hoe meer onrust, hoe meer onduidelijkheid. Hoe meer rust, hoe meer duidelijkheid er zal komen. Wachten is alle moeite waard.

dinsdag 6 mei 2008

WACHTEN (part four)

In de planning lag nog 1 berichtje over het thema wachten, die in gedachten al langer klaar ligt, maar enkel wacht op publicatie. Nu hoorde/las ik gisteren echter een prachtig citaat in verband met dit onderwerp en deze wilde ik u daarbij niet onthouden. Ik woonde gisteren de conferentie LOGOS III bij aan de Katholieke Universiteit Leuven met als thema "Wanneer de schepping kreunt in barensweeën," waarbij ik ook gelijk de publicatie ontving van alle lezingen. Zeer interessante lezingen tijdens deze conferentie. Tijdens de laatste lezing die ik bijwoonde citeerde Johan Verstraeten Edith Stein (weliswaar in een geheel andere context, maar het citaat spreekt voor zich en de relatie met het thema wachten/het belang en het doel van geduld hebben spreekt voor zich):
"Er bestaat een situatie van rusten in God, van volledige ontspanning van alle geestelijke inspanning, waarin men geen plannen maakt, geen besluiten neemt en vooral niet handelt, maar al het komende aan Gods wil overlaat (...); deze toestand is mij ten deel gevallen, nadat een gebeurtenis die mijn krachten te boven ging, mijn geestelijke levenskracht volledig opteerde en mij beroofde van elke activiteit. Dit rusten in God is in vergelijking met het tekort schieten uit gebrek aan levenskracht iets totaal nieuws en eigenaardigs. Dat eerste was de stilte van de dood. Maar in haar plaats komt het gevoel van geborgen zijn, ontslagen zijn van iedere zorg en verantwoordelijkheid en verplichting tot handelen. En doordat ik mij aan dit gevoel gewonnen geef, begint langzaam maar zeker nieuw leven mij te vervullen en mij -zonder iedere inspanning van de wil- tot een nieuwe activiteit aan te zetten. Deze levendmakende toestroom verschijnt als voortvloeisel van een activiteit en een kracht, die niet de mijne is, en zonder aan de mijne een of andere eis te stellen in mij werkzaam wordt. De enige voorwaarde voor een dergelijk geestelijke wedergeboorte schijnt een passieve ontvankelijkheid te zijn, zoals die in de structuur van de persoon gefundeerd is."
Bovenstaande is geciteerd uit: Verstraeten, Johan, "Schepping tussen pessimisme en optimisme: de nood aan een verlossingsperspectief in de sociale ethiek," In Decoene, Annelleen, Jacques Haers en Marianne Servaas (red.), Wanneer de schepping kreunt in barensweeën: hedendaagse reflecties over schepping (Antwerpen: Halewijn, 2008), 168. Mooier zou ik het zelf niet kunnen verwoorden. Als je op een dergelijke manier kunt 'rusten in God', dan vind je ook vreugde in Hem en zal het wachten niet zo moeilijk zijn. In een volgend en laatste bericht over dit onderwerp nog enkele citaten die mij zeer hebben aangesproken.

woensdag 23 april 2008

WACHTEN (part three)

Vaak wacht ik voor een volgend bericht op inspiratie. Dit keer is er genoeg inspiratie, maar moest ik heel anders in alle drukte wachten op de juiste gelegenheid om hier iets mee te doen. Een luxeprobleem dus, zullen we maar zeggen.
Ook de profeet Habakuk is het wachten niet onbekend. Hij worstelde met allerlei vragen naar God toe. "Hoelang, Here, roep ik om hulp en U hoort niet?" (Hab. 1:2). "Waarom laat U mij ongerechtigheid zien en aanschouwt U ellende?" (Hab. 1:3). Velen zullen met dergelijke vragen meteen antwoord willen, voordat zij rust vinden. Bij Habakuk lijkt dit heel anders. Na zijn vragen en gedachten te hebben uitgesproken in hoofdstuk 1, vervolgt hij in hoofdstuk 2: "Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat Hij tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht." (Hab. 2:1). Habakuk komt hier helemaal niet ongeduldig over. Hij heeft zijn klachten bekendgemaakt. Het zijn belangrijke vragen waar hij antwoord op wil. Maar hij heeft alle tijd. Heel 'relaxed' spreekt hij over de volgende stap om in alle rust uit te kijken naar antwoord. Het maakt niet uit of dit even duurt. Hij weet toch wel dat God zal spreken. Op Zijn tijd. Habakuk is bereid om te wachten.
Die houding is een voorbeeld voor ons. Met een dergelijke houding--de bereidheid om te wachten--maken wij het onszelf veel gemakkelijker. We kunnen in alle rust doen wat ons te doen staat, we geven God alle ruimte om te antwoorden en we zijn er voor klaar om naar dit antwoord te luisteren. Habakuk staat open om te luisteren naar God en dat is iets heel anders dan tegen God te zeggen hoe wij vinden dat Hij het moet doen. In het laatste geval zal er niet gauw antwoord komen; in het eerste geval wel. Het antwoord volgt meteen. God ziet de juiste houding van Habakuk en spreekt: "Toen antwoordde de Here mij: schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen. Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet. Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven." (Hab. 2:2-3). God ziet het onrecht, maar Hij voorspelt ook een toekomst waarin plaats is voor rechtvaardigheid. Door het geloof zal de rechtvaardige leven. Jaren later verwijst Paulus naar dezelfde woorden in Romeinen 1:17. Voor Habakuk is dit nog een toekomstige zaak en bij de vervulling van deze woorden speelt wachten dus opnieuw een belangrijke rol, maar hij krijgt antwoord van God en het wachten is duidelijk niet voor niets.
De bereidheid om te wachten en de hoop die God geeft doen Habakuk vervullen met vreugde. In het derde hoofdstuk spreekt hij een prachtig gebed uit, die hij afsluit met de volgende woorden: "Al zou de vijgeboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten." (Hab. 3:17-19). Opnieuw spreken woorden van rust en vertrouwen hier boekdelen.

dinsdag 15 april 2008

WACHTEN (part two)


Lang genoeg gewacht, tijd voor deel twee. In dit bericht wil ik dieper ingaan op het wachten vanuit persoonlijke ervaring.
In de afgelopen jaren heeft het openbaar vervoer voor mij een belangrijke rol gespeeld in het leren wachten en dus geduld hebben. Geen rijbewijs, dus altijd afhankelijk van het openbaar vervoer. Treinen en bussen laten nogal eens op zich wachten, hetzij door vertraging, hetzij door (veel of weinig) overstaptijd. Dat is vaak frustrerend geweest en het voelt aan als verloren tijd, maar de gedachten 'het is nu eenmaal zo' en 'je went er vanzelf wel aan' helpen wel om te leren hierover niet langer gefrustreerd te raken. Een tijd geleden heb ik wel mijn rijbewijs gehaald en sinds kort heb ik zelf een auto (yahoo!), maar toch moest ik ook weer even wachten en geduld hebben voordat ik ermee kon rijden, want eerst moest het met de verzekering in orde zijn en ik moest wachten op mijn kentekenplaten. In het laatste geval van wachten had ik iets om naar uit te kijken, namelijk mobiele vrijheid, dus dat was wel de moeite waard om naar uit te zien en nog even geduld te hebben. In het eerste geval--wachten op de trein of bus--zijn het nut en doel iets minder bijzonder, maar in ieder geval kun je daarbij leven met de hoop dat je ooit met het OV de juiste bestemming zult bereiken.
Bovenstaande voorbeelden zijn natuurlijk niet zo spectaculair. Belangrijker voor mij is het om te weten wat ik nu eigenlijk met mijn leven wil en te ontdekken wat God wil met mijn leven. Ik ben al jarenlang theologie aan het studeren, ik werk al enkele jaren voor de Evangelische Theologische Faculteit, ik heb een kleine anderhalf jaar als voorganger wat mogen proeven van het gemeentewerk in Vlaanderen, ik ben daarnaast nu op verschillende plaatsen betrokken in het onderwijs en ik heb zo op jonge leeftijd dus al heel wat mogen zien, horen, proeven, ruiken en tasten. En toch...toch word ik nu teruggeworpen op de vraag wat ik nu eigenlijk met mijn leven wil in de (nabije en verdere) toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat het zal helpen om met motivatie en enthousiasme ergens gericht naar toe te werken als je een helder plaatje voor ogen hebt. Ik heb vele mogelijkheden en veel perspectief voor de toekomst, maar nog geen helder plaatje. Hoe kan ik dat vinden?
Geduld hebben! Wachten! Ik doel hierbij niet op een passief wachten, waarbij ik op mijn luie stoel ga zitten tot er iets gaat gebeuren. Ik denk namelijk niet dat er dan veel gaat gebeuren. Ik doel op een actief wachten, waarbij ik met plezier en geduld al mijn verantwoordelijkheden opneem en daarnaast ruimte creeër om antwoord te vinden op mijn belangrijke vraag: wat wil ik met mijn leven? Hoe creeër ik die ruimte? Door aandacht te schenken aan deze vraag in gedachten, in gesprekken, in gebed. Ik vind het eerlijk gezegd niet meer zo moeilijk om voor deze zaak geduld op te brengen, want deze zaak is te belangrijk om snel te forceren, het is verre van noodzakelijk om meteen al het antwoord te willen weten en ik vertrouw erop dat het wachten niet voor niets is. Een bijbels voorbeeld, waaruit ik deels dit vertrouwen put, vind ik in de profeet Habakuk. Meer over hem in een volgend bericht.
Afsluitend voor dit bericht kan ik persoonlijk getuigen dat het zeer rustgevend is als je leert te wachten zonder frustratie en ongeduld en dat kun je werkelijk leren door vallen en opstaan. Bovendien loont vrijwel alles waarop men moet wachten de moeite, anders zou men er namelijk niet op wachten.

woensdag 26 maart 2008

WACHTEN (part one)

Wat vervelend! Zit je midden in een spannende film en dan verschijnt dat beeld hiernaast in één keer. Kan het nog erger? Nou, 3 keer een reclameblok tijdens 1 film is toch minstens even erg. Ook daar zit niemand op te wachten. In beide gevallen worden we (al dan niet) vriendelijk gevraagd om geduld te hebben. We moeten wachten om een poosje later weer verder van de film te kunnen genieten. En dat zit niet in het menselijk bloed. Bloed moet stromen. En de mens moet lekker een film kunnen afkijken zonder te worden gestoord door het beeld hiernaast of reclameblokken.
Wachten en geduld hebben zijn twee uiterst vervelende zaken voor de mens. Toch is dat maar één kant van het verhaal. We kennen namelijk ook wel het spreekwoord "geduld is een schone zaak" en in de Bijbel wordt 'geduld' of 'lankmoedigheid' (wat zoiets betekent als "tot 10 kunnen tellen voordat je boos wordt") zelfs tot de vrucht van de Geest gerekend (Galaten 5:22). Als beide kanten waar zijn, dan zouden wachten en geduld hebben dus enerzijds vervelend zijn en anderzijds goed (een schone zaak) en belangrijk (een vruchtbare zaak). Ik geloof dat beiden waar zijn: een 'wachtperiode' kan behoorlijk frustrerend zijn, maar het is toch heel nuttig en wezenlijk mits we weten waarom of waarop we wachten. En als we beseffen dát het soms goed is om te wachten, dan wordt het ook minder vervelend om te wachten. Het is goed om vanuit bijbels perspectief en persoonlijke ervaring het wachten en geduld hebben eens in een positief daglicht te stellen als een pelgrim op weg. Ik en velen met mij moeten namelijk ook wel eens gewild of ongewild (meestal het laatste) wachten en geduld hebben en het is goed om waar mogelijk eens helder te krijgen waar dit nu goed voor is.
In volgende berichten zal ik hierover enkele gedachten delen vanuit persoonlijke ervaring en vanuit de ervaring van een bijbelse profeet. Nog even wachten dus!

vrijdag 21 maart 2008

ETF conferentie 12 april 2008

“De uitdaging voor de evangelische gemeenten van de 21ste eeuw”

De evangelische gemeenten staan voor een grote uitdaging. Er rommelt wat. Er is iets in beweging. Vele gemeenten kampen met problemen en worstelen met vragen. Andere gemeenten functioneren goed, maar ook voor hen geldt dezelfde uitdaging. Durven we het aan?

Wat is nu de uitdaging? Deze vraag staat centraal tijdens de conferentie. Uitgangspunten voor deze dag zijn trouw aan het Woord, liefde voor de gemeente van Jezus Christus, bewogenheid met niet-christenen en hoop voor de toekomst. Met deze uitgangspunten zullen de sprekers ons helpen om de uitdaging beter te verstaan. En dat is al een uitdaging op zich.

Programma:
9:30 uur: ontvangst
10:00 uur: welkom en inleiding (Raymond Volgers)
10:15 uur: Johan Lukasse - De gemeente in overgang
11:15 uur: pauze
11:30 uur: Daniël de Wolf - De gemeente in beweging
12:30 uur: lunchpauze
13:30 uur: Filip de Cavel - De gemeente en haar uitdaging
14:15 uur: Patrick Nullens - De gemeente met een toekomst
15:00 uur: pauze
15:15 uur: panelgesprek
16:00 uur: afsluiting


Lokatie: Evangelische Theologische Faculteit, Sint-Jansbergsesteenweg 97, 3001 Leuven
Kosten: 16 euro voor niet-studenten en 8 euro voor studenten en 65+

Meld je aan via www.etf.edu