woensdag 23 april 2008

WACHTEN (part three)

Vaak wacht ik voor een volgend bericht op inspiratie. Dit keer is er genoeg inspiratie, maar moest ik heel anders in alle drukte wachten op de juiste gelegenheid om hier iets mee te doen. Een luxeprobleem dus, zullen we maar zeggen.
Ook de profeet Habakuk is het wachten niet onbekend. Hij worstelde met allerlei vragen naar God toe. "Hoelang, Here, roep ik om hulp en U hoort niet?" (Hab. 1:2). "Waarom laat U mij ongerechtigheid zien en aanschouwt U ellende?" (Hab. 1:3). Velen zullen met dergelijke vragen meteen antwoord willen, voordat zij rust vinden. Bij Habakuk lijkt dit heel anders. Na zijn vragen en gedachten te hebben uitgesproken in hoofdstuk 1, vervolgt hij in hoofdstuk 2: "Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat Hij tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht." (Hab. 2:1). Habakuk komt hier helemaal niet ongeduldig over. Hij heeft zijn klachten bekendgemaakt. Het zijn belangrijke vragen waar hij antwoord op wil. Maar hij heeft alle tijd. Heel 'relaxed' spreekt hij over de volgende stap om in alle rust uit te kijken naar antwoord. Het maakt niet uit of dit even duurt. Hij weet toch wel dat God zal spreken. Op Zijn tijd. Habakuk is bereid om te wachten.
Die houding is een voorbeeld voor ons. Met een dergelijke houding--de bereidheid om te wachten--maken wij het onszelf veel gemakkelijker. We kunnen in alle rust doen wat ons te doen staat, we geven God alle ruimte om te antwoorden en we zijn er voor klaar om naar dit antwoord te luisteren. Habakuk staat open om te luisteren naar God en dat is iets heel anders dan tegen God te zeggen hoe wij vinden dat Hij het moet doen. In het laatste geval zal er niet gauw antwoord komen; in het eerste geval wel. Het antwoord volgt meteen. God ziet de juiste houding van Habakuk en spreekt: "Toen antwoordde de Here mij: schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen. Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet. Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven." (Hab. 2:2-3). God ziet het onrecht, maar Hij voorspelt ook een toekomst waarin plaats is voor rechtvaardigheid. Door het geloof zal de rechtvaardige leven. Jaren later verwijst Paulus naar dezelfde woorden in Romeinen 1:17. Voor Habakuk is dit nog een toekomstige zaak en bij de vervulling van deze woorden speelt wachten dus opnieuw een belangrijke rol, maar hij krijgt antwoord van God en het wachten is duidelijk niet voor niets.
De bereidheid om te wachten en de hoop die God geeft doen Habakuk vervullen met vreugde. In het derde hoofdstuk spreekt hij een prachtig gebed uit, die hij afsluit met de volgende woorden: "Al zou de vijgeboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. De Here Here is mijn kracht: Hij maakt mijn voeten als die der hinden, Hij doet mij treden op mijn hoogten." (Hab. 3:17-19). Opnieuw spreken woorden van rust en vertrouwen hier boekdelen.

Geen opmerkingen: