zaterdag 14 juli 2007

Lieven Boeve over de kloof tussen geloof en cultuur

Vandaag even bij de Slegte in Hasselt binnengelopen. Ik was het al lang van plan. Ik woon nu zo'n 10 maanden in Hasselt en ik ben al verschillende keren langs de Slegte gefietst, steeds met de gedachte: "hier moet ik zeker eens langsgaan." Het is er nu pas van gekomen. Op de afdelingen 'godsdienst' en 'theologie' stonden niet heel veel boeken en wat er te vinden was, was natuurlijk voornamelijk Rooms-Katholieke theologie. Toch niet oninteressant voor een evangelische theoloog die werkt in een Rooms-Katholiek land (voor zover we nog van een Rooms-Katholieke cultuur kunnen spreken dan; zie verderop meer over de 'postchristelijke cultuur').

Voor een prikkie zag ik een interessant boek staan: Lieven Boeve (red.). De kerk in Vlaanderen: avond of dageraad? Leuven: Davidsfonds, 1999. Kan nooit weg voor een Nederlandse voorganger in Vlaanderen om wat meer inzicht te vergaren over de kerk in Vlaanderen. Ik las vanavond de eerste bijdrage, Geloof op zoek naar inzicht, van de redacteur, Lieven Boeve. In november 2006 heb ik Lieven Boeve ontmoet op een conferentie over "Augustine and the Postmodern Thought" aan de Katholieke Universiteit (KUL) in Leuven. Lieven Boeve is hoogleraar Systematische Theologie aan de KUL, faculteit Godgeleerdheid. Zijn bijdrage was zeer de moeite waard. Niet alleen geeft het me wat meer inzicht over de kerk in Vlaanderen; laat hij nu net schrijven over het thema waar ik me met mijn studie ook mee bezighoud, namelijk "geloof, kerk-zijn en postmodernisme."

Ik heb in de introductie van deze blog beloofd te schrijven over wat ik onderweg ontdek doorheen mijn studie en ervaringen en hier dan een eerste bijdrage n.a.v. wat ik vanavond las. Ik ben natuurlijk niet de enige die mij bezighoud met de 'emergent conversation'. Voor heel veel goede informatie, artikelen en links over de 'emergent conversation' verwijs ik naar de weblog From Dialogue to Discipleship van Filip de Cavel (http://filipdecavel.wordpress.com/). Ik wil bijdragen leveren vanuit allerlei andere interessante invalshoeken waar ik onderweg tegenaan loop en niet klakkeloos herhalen wat ergens anders ook kan worden gevonden. Een stukje bezinning van een evangelische christen over de kloof tussen geloof en cultuur naar aanleiding van een artikel van een Rooms-katholieke theoloog lijkt me de moeite waard.

Lieven Boeve merkt op dat we kunnen spreken van een kloof tussen geloof en cultuur in Vlaanderen. "Cultuur en samenleving dragen het gelovig-zijn niet meer" (De kerk in Vlaanderen, 14). In de 'emergent conversation' wordt veelal gesproken van een 'postchristelijke cultuur'. Boeve wijst op de overgang van een moderne naar een postmoderne tijd. Ook dat komen we voortdurend tegen in de 'emergent conversation'. Degenen die deelnemen aan de opkomende dialoog (de 'emergent conversation' dus) delen de overtuiging dat hedendaagse kerkmodellen nog teveel geworteld zijn in de moderne cultuur, een cultuur die niet meer de heersende cultuur is vandaag. Met andere woorden: kerken vandaag hebben niets meer te zeggen in de cultuur waarin ze nu leven. Boeve schrijft: "Levend in en participerend aan de moderniteit poogden christenen de moderne rationaliteit, gericht op kennis en emancipatie, een plaats te geven in hun gelovige reflectie, en waren zo in staat cultuur en geloof te verzoenen. Maar door de culturele verschuivingen van modern naar postmodern hebben de 'grote moderne verhalen' van de kennis en de emancipatie veel van hun plausibiliteit verloren" (De kerk in Vlaanderen, 15). Dit plaatst de kerk dus voor moeilijkheden. Of voor een nieuwe uitdaging?

Boeve pleit ervoor dat we de dialoog aangaan met de cultuur waarin we leven. Op dat punt sluit ik mij van harte aan bij deze Rooms-Katholieke theoloog. Hij schrijft: "De dialoog met de actuele cultuur zal op zijn minst vereisen dat de eigen positie van de gelovige en diens christelijke geloof in die cultuur erkend en uitgeklaard wordt" (De kerk in Vlaanderen, 17). Dialoog helpt ons dus om onszelf te laten horen (anderen laten zien wie wij zijn en dat wij er zijn) en om onszelf te leren kennen (door anderen worden uitgedaagd om ons eigen geloof te onderzoeken en bevragen). De dialoog aangaan wil niet zeggen dat wij ons geloof gaan relativeren, maar dat wij ons geloof ernstig nemen (De kerk in Vlaanderen, 19). De Middeleeuwse theoloog Anselmus van Canterbury noemde dit fides quaerens intellectum (geloof dat tracht te begrijpen) en vandaar de titel van het artikel van Boeve: "geloof op zoek naar inzicht." Als ons geloof iets van waarde heeft in de actuele cultuur, dan zal het sterk genoeg zijn om de dialoog met 'de ander' aan durven te gaan en dan zal het ook belangrijk genoeg zijn om met 'de ander' te delen. Lieven Boeve raakt in zijn artikel het hart van de 'emergent conversation'.

Desalnietemmin mag een kritische noot niet ontbreken. In de één-na-laatste zin van zijn artikel schrijft Boeve: "Waren er niet de overgeleverde getuigenissen van Gods betrokkenheid op de geschiedenis van mens en wereld, en gemeenschappen die zich dat getuigenis contextueel eigen maakten, dan was deze God voor ons waarlijk ontoegankelijk" (De kerk in Vlaanderen, 27). Natuurlijk zijn er altijd getuigen en zijn ze altijd nodig. Dat deel ik van harte, maar Boeve lijkt hier te menen dat het nog bestaan van christenen afhangt van de overgeleverde getuigenissen op zich. Mijn overtuiging is dat christenen altijd bestaan en nooit zullen verdwijnen niet zomaar vanwege het overgeleverde getuigenis dat zij meekregen, maar juist vanwege de realiteit van de God van wie door alle tijden heen wordt getuigd. "Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God, dat Hij van zijn Zoon getuigd heeft. Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich" (1 Johannes 5:9-10, vertaling i.o.v. het Nederlands Bijbelgenootschap, 1951).

Geen opmerkingen: