zondag 19 augustus 2007

Xnoizz Flevo Festival


Het lag niet in de planning om naar Flevo te gaan, maar afgelopen donderdag hoorden mijn zus en later ik dat we gratis konden gaan (altijd interessant voor een Hollander:-) en hebben we de vrijdag van het festival nog kunnen meepikken. Liempde ligt niet ver van Eindhoven, dus no problem om effe op en neer te rijden. Ik las zojuist op de Flevo-site dat de 10.000ste bezoeker goed is verwend (http://www.flevofestival.nl/2007/index.php?id=34&art=749), dus er was meer dan genoeg volk. En het was zeker de moeite om daar even een bezoekje te brengen; het was ook al enkele jaren geleden dat ik voor het laatst op Flevo was geweest.
Eerst geluisterd naar Psalmen Voor Nu, een Nederlands project, waarin alle Psalmen geheel (tekst en muziek) in een nieuw jasje worden gestoken. Om nog even in de sfeer van de Psalmen te blijven, luisterde ik later naar de Psalters, een groepje muzikale nomaden, wiens muziekstijl erg moeilijk te typeren is, maar 'experimentele zigeunerfolk' komt misschien nog het dichtst in de buurt. Ze zijn a.s. donderdag in Antwerpen te bewonderen tijdens een optocht voor 'Stop the Traffik!' (http://www.stopthetraffik.org/lang/dutch/), dus grijp je kans! Daarna even niet naar muziek geluisterd, maar naar een spreker: Andy Flannagan. Hij sprak n.a.v. zijn meest recente boek God 360: 120 Experiential Devotions over het belang van persoonlijke ervaringen in je geloofsleven. Andy is een begaafd jongerenwerker, spreker, schrijver, songwriter en worship leader. Heerlijk om naar te luisteren. Helemaal thuis in de 'emergent conversation'. Ik vond tussendoor in de cd-winkel van Asaf op Flevo Andy Flannagan's boek: Distinctive Worship: How A New Generation Connects with God en ik ben benieuwd. Op de één of andere manier komt 'emergent' overal en steeds weer op m'n weg, zelfs al ben ik er niet naar op zoek.
's Avonds was het weer tijd voor muziek op het hoofdpodium tot in de late uurtjes. Hillsong London, Christafari, This Beautiful Republic, Sarah Kelly en Chris Tomlin passeerden de revue. Sarah Kelly vond ik zelf dan nog het beste. Chris Tomlin was een goede afsluiter: veel bekende meezingnummers en een geweldige tijd van aanbidding met enkele duizenden bij elkaar, wat toch altijd heel bijzonder is. En daarna was ik moe. Erg moe. Terug naar huis dus! Maar het was een leuk en onverwacht dagje Flevo in ieder geval. De volgende dag was ik ook nog best wel duf. En vandaag zit de vakantie in Nederland er weer op. Ik ben weer terug in Hasselt en morgen weer door naar Leuven, want ik heb nog een hoop te doen voor mijn studie de aankomende week. De doctoraatsweek komt er weer aan begin september en dat betekent maar drie dingen: druk, druk, druk. Geen posts op deze blog dus volgende week:-)

vrijdag 17 augustus 2007

Een boodschap van verzoening

Vanavond heb ik de nieuwste film met Rowan Atkinson in de hoofdrol gekeken, Mr. Bean's Holiday, en zoals alle Bean-films, slaat ook deze nergens op, maar voor mij wel even ontspanning en plezier en dat mag toch wel als je vakantie hebt. Daarna even ge-bean-d op Google en ik vond de afbeelding hiernaast van Mr. Bean Laden. Ik ben mij ervan bewust dat niet iedereen zo'n ironisch prentje kan waarderen, maar ik moest er zelf in alle eerlijkheid toch wel even om lachen. Dat neemt niet weg dat ik de bittere realiteit van terrorisme--waar de echte Bin Laden natuurlijk meteen aan doet denken--verschrikkelijk vind en daarom schrijf ik niet een 'Bean-post' die van begin tot eind nergens op slaat, maar vanaf nu verder een serieuze post over verzoening.
Verzoening is onder vele andere een belangrijk onderwerp in de 'emergent conversation'. Vorig jaar had ik het genoegen om tijdens een conferentie in een Anglicaanse kerk in Maidstone (Engeland) te luisteren naar één van de vooraanstaande Emergent-sprekers-en-schrijvers Brian D. McLaren (zie http://www.brianmclaren.net/). Hij besteedde een belangrijk deel van zijn woorden aan vrede en verzoening in verband met de (helaas nog altijd zichtbare) apartheid in Zuid-Afrika, waar hij niet lang daarvoor was geweest. Apartheid is maar één voorbeeld uit een lijst van vele verschrikkelijke realiteiten die vaak gepaard gaan: slavernij, kolonisatie, discriminatie, haat, geweld, oorlog, terrorisme en ga zo maar door. Dit heeft God allemaal nooit gewild. God zegt: "Zalig de vredestichters" (lees Mattheüs 5:1-12 maar eens op je gemak door!). Toch krijgt God vaak de schuld van een hoop ellende. Als alle ellende mij al pijn doet, dan doet het mij nog meer pijn om te horen dat God als schuldige wordt aangewezen.
Het verlangen van God in een wereld waarin het zo uit de hand is gelopen is een verlangen naar sociale rechtvaardigheid, vrede en verzoening. Zijn verlangen is dat mensen zich hiervoor inzetten. Zalig de vredestichters. Het is hoopgevend dat er mensen zijn en opkomen (emerge) die zich hiervan bewust zijn. Carrasco schrijft: "We emphasize racial reconciliation--people building deep relationships across ethnic lines because of the saving work of Jesus on the cross" (Rodolpho Carrasco, "A Pound of Social Justice: Beyond Fighting for a Just Cause," In An Emergent Manifesto of Hope, 254). Wij zullen hier op aarde nooit een volmaakt vrederijk kunnen vestigen, maar wij worden wel duidelijk opgeroepen om vrede te verkondigen en vrede te brengen. De kerkgeschiedenis laat ons duidelijk zien dat ook christenen zich hier lang niet altijd goed voor hebben ingezet en het is goed om daarover open en eerlijk te zijn en vergeving te vragen waar nodig. Het kan ook anders en dat kunnen we ook laten zien. Hoe meer men zich zal inzetten voor rechtvaardigheid, hoe meer men tegen onrechtvaardigheid zal aanlopen. Dat moeten we accepteren en dragen in een onvolmaakte wereld. Maar dat hoeft ons niet bezorgd te maken. Nog maar kort geleden las ik met iemand uit Openbaring 21 hoopgevende woorden, die we als pelgrims op weg, 'pilgrims on the move', kunnen meenemen: "En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen waren voorbijgegaan. En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn" (Openbaring 21:1-7). Waarom citeer ik nu zo'n lang gedeelte uit de Bijbel? Als je die vraag niet kunt beantwoorden, lees het gedeelte dan nog maar een paar keer door. Dit zijn betrouwbare en waarachtige woorden die ons uitnodigen om te drinken en die ons een geweldige toekomst voorspiegelen als we drinken.
Het evangelie is ten diepste een boodschap van verzoening. In deze boodschap is geen plaats voor onderlinge haat en nijd. Geen plaats voor apartheid. Geen plaats voor terrorisme.
Bean bracht met zijn immer humoristische insteek (al zullen velen zijn humor helemaal niet leuk vinden of waarderen) toch bovenstaande in mij naar boven. Wie kan dat bedenken? God misschien? "God, die Zich door Christus met ons verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft" (2 Korinthiërs 5:18). Een boodschap van verzoening verkondigen via de weblog kan nooit kwaad hopelijk, ook al gaf freaky-Bean de aanleiding:-).

woensdag 15 augustus 2007

Het huwelijk tussen gebed en zending

"24-7 gaat voornamelijk over het huwelijk tussen gebed en zending. We geloven dat dit een belangrijke combinatie is. Gebed en evangelisatie zijn in de Bijbel nauw verweven en hebben in de hele kerkgeschiedenis altijd krachtig samengewerkt" (Dag en nacht roepen zij tot God, 335).

Gisteren zag ik in de christelijke boekenhandel een boek liggen met de naam Pete Greig op de voorkant gedrukt. Ik denk: "Hé, die ken ik!" Niet persoonlijk, maar wel van lezen en horen. Ik nam het boek in mijn handen: Pete Greig en Dave Roberts, Dag en nacht roepen zij tot God: het verbazingwekkende verhaal van het 24-7-gebed (Hoornaar: Gideon, 2007). Een Nederlandse vertaling van het oorspronkelijk Engelse werk Red Moon Rising (Kingsway Publications, 2003). Ik had Red Moon Rising al verschillende keren in mijn handen gehad en het is me vaak aangeprezen, maar ik ben er niet toe gekomen om het ook te lezen. Wel heb ik eerder met genoegen een bijdrage van Pete Greig gelezen in een publicatie rondom de 'emergent conversation': Pete Greig, "The Missiology of Prayer," In Greg Russinger and Alex Field (eds.), Practitioners: Voices within the Emerging Church (Ventura, CA: Regal Books, 2005). Nu ik Red Moon Rising in Nederlandse editie zag staan, kon ik de verleiding niet weerstaan om het in de winkel te laten liggen en een dag later heb ik het boek uitgelezen.

Dag en nacht roepen zij tot God is het verbazingwekkende verhaal achter 24-7. Pete Greig is de initiatiefnemer van deze internationale en interkerkelijke zendings- en gebedsbeweging (zie http://www.24-7prayer.com/). Zelf meldt Pete overigens dat het nooit zijn idee, maar Gods idee is geweest (Dag en nacht roepen zij tot God, 290). Dit verhaal achter 24-7 laat ons zien dat jongeren (vooral niet-christelijke jongeren) diep verlangen naar gebed, dat mensen hierdoor op vele plaatsen de weg naar Christus vinden en ten diepste dat zending en gebed bij elkaar horen. Dit boek lees je in no-time uit--ook al telt het ruim 350 bladzijden--en het beweegt ongetwijfeld om zelf ook te bidden en getuigen. Lezen dus! De 24-7-beweging is één van vele positieve signs of emergence (sorry voor Engels, maar daar is geen Nederlandse vertaling voor die ook nog mooi klinkt:-). In de opkomende cultuur (emerging culture) staan christenen voor een grote uitdaging: "Als christenen op de juiste manier in deze woelige tijden staan, zich aanpassen aan de veranderende cultuur en op zoek gaan naar nieuwe woorden voor tijdloze waarheden, dan zal het evangelie zich de komende jaren sneller verbreiden, omdat de mensen begrijpen waarover het gaat. Aan de andere kant, als de kerk deze cultuuromslag niet goed oppakt, het verleden koestert en zich tegen elke verandering verzet, dan lopen we het risico de aansluiting te missen en in een toenemende strijd verwikkeld te raken . . . Hoe je de cultuur ook noemt--progressief of postmodern--de uitdaging blijft gelijk: we moeten de kerk opnieuw uitvinden, zonder de boodschap te veranderen" (Dag en nacht roepen zij tot God, 45). In evangelisch Vlaanderen is de roep van 24-7 trouwens niet helemaal vreemd (neem een kijkje op http://www.kniel.be/ en http://www.breeze.be/).

De kerk heeft een missie. Een missie die krachtig moet worden gedragen door gebed, want het is Gods missie die wij willen vervullen en niet de onze. Maar als we alleen maar zouden bidden, dan komt er ook niets van onze missie terecht. Zending en gebed horen bij elkaar. Daarom spreekt Pete Greig ook van een "missiology of prayer" in bovenvermeld boek Practitioners. Hij spreekt zelfs van een huwelijk tussen zending en gebed in het citaat helemaal bovenin. Hopelijk zullen zij--eenmaal getrouwd--elkaar aanvullen, verrijken, en altijd trouw blijven. Opdat velen de weg naar Christus mogen vinden.

maandag 13 augustus 2007

Parawat? Paradox, orthoparadoxie en paradoxologie.

Een paradox is een "schijnbare tegenstrijdigheid" volgens Kramers' Nederlands woordenboek. Het is een "ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie. die lijkt in te gaan tegen ons gevoel voor logica, onze verwachting of onze intuïtie" volgens Wikipedia. Een bekend voorbeeld van een paradox is de zogenaamde leugenaarsparadox (zie ook Wikipedia), die als volgt te formuleren is: Deze zin is onwaar. Als voorgaande zin waar is, dan is hij niet waar en spreekt hij zichzelf tegen. Als de zin niet waar is, dan is hij ook niet waar en dus waar en dan spreekt de zin zichzelf ook tegen. Met andere woorden: deze zin is paradoxaal.
In het christelijk geloof ontmoeten we heel veel paradoxen. Twee waarheden die waar zijn, maar die we met ons verstand niet met elkaar kunnen verenigen. De goddelijke Drie-eenheid: God is één en God is drie. De natuur van Jezus Christus: Hij is volkomen goddelijk en volkomen menselijk. Heiligheid met betrekking tot een christen: in Christus zijn we heilig en toch zijn we helemaal geen heilige boontjes. Het Koninkrijk van God: het is reeds nu gevestigd en het is nog niet in vervulling gekomen. Onze plek in de wereld: we zijn niet van deze wereld en toch leven we in deze wereld. En ga zo maar door! We kunnen er met ons verstand niet bij. Bij al deze dingen zegt ons verstand: één van de twee waarheden kan toch maar waar zijn. En toch zijn ze allebei waar! Als we één van deze twee ten koste van de andere als waarheid erkennen, dan vervallen we gemakkelijk in onbijbelse dwaalleer, want dan maken we van de andere waarheid een onwaarheid. Dat doen we dus maar niet (hopelijk). Toch willen we het met ons verstand kunnen doorgronden. Dat is het gevaar voor iedere theoloog: de neiging om te willen doorgronden wat we niet kunnen doorgronden.
Aan het begin van mijn studie theologie heb ik direct de volgende boodschap meegekregen: je wilt antwoorden, maar je zult na je studie alleen maar meer vragen hebben. Ieder antwoord leidt tot meer vragen. Dit is ofwel een blijvende frustratie waar je geen vrede mee kunt hebben ofwel accepteer je op een gegeven moment dat je niet alles kunt begrijpen of verklaren. In het eerste geval is een theologiestudie gemakkelijk afbrekend voor je geloofsleven en in het laatste geval blijft theologie altijd een heerlijke en geloofsverrijkende studie. Als we leren te accepteren dat we heel veel dingen niet kunnen weten, dan ontwikkelen we één van de meest belangrijke christelijke deugden: nederigheid. Als we genoegen nemen met het feit dat we niet alles kunnen weten, dan geven wij onze vragen veel gemakkelijker over aan God, die alwetend is (1 Johannes 3:20). Rationele trots leidt dan tot irrationele overgave. Dat leidt trouwens als vanzelf tot een andere belangrijke christelijke deugd, namelijk geduld. Er komt een tijd dat al onze onbeantwoorde vragen worden beantwoord, maar daar moeten we nog even geduld voor hebben. "Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben" (1 Korinthiërs 13:12).
In de 'emergent conversation' speelt het paradoxale een belangrijke rol. Er wordt zelfs heerlijk mee gespeeld. Zo introduceert Friesen de term orthoparadoxie (Dwight J. Friesen, "Orthoparadoxy: Emerging Hope for Embracing Difference," In An Emergent Manifesto of Hope, 201-212). Deze term combineert de termen paradox, orthodoxie (de juiste leer) en orthopraxie (de juiste praktijk). In een modernistisch raamwerk stond orthodoxie centraal: het gaat erom dat we het juiste geloven en ons verstand speelt daarbij een belangrijke rol. In reactie daarop ontstonden vaak bewegingen die orthopraxie centraal stelden met het gevaar dat het verstand geen enkele rol meer speelt. Postmoderne theologie zal veeleer een orthoparadoxie voorstaan. Orthoparadoxie is veel meer op zoek naar een juiste balans. Orthoparadoxie stelt verzoening centraal. Het één moet niet ten koste gaan van het ander. De paradox moet niet worden opgeheven. De paradox moet juist door christenen hoog in ere worden gehouden. Sawyer introduceert dan ook de term paradoxologie (Nanette Sawyer, "What Would Huckleberry Do: A Relational Ethic as the Jesus Way," In An Emergent Manifesto of Hope, 47-48). Een doxologie (afgeleid van het Griekse woord doxa = eer, heerlijkheid) bezingt de heerlijkheid van God. Paradoxologie brengt ons daar waar we nooit zullen geraken als we zouden menen dat we alles met ons verstand kunnen doorgronden. Het maakt ons nederig en klein. En het geeft ons alle reden om God groot te maken in onze gedachten, in onze gesprekken, in onze liederen en in onze gebeden.
"O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!" (Romeinen 11:33)

zaterdag 11 augustus 2007

Nieuw? Nee, Robijn Intensief.

Enkele jaren geleden was de reclameslogan van het zogezegd ultieme wasmiddel Robijn Intensief: "Nieuw? Nee, Robijn intensief." Iemand heeft een prachtig blinkend t-shirt aan en als iemand anders vraagt 'Nieuw?' is het antwoord 'Nee, Robijn Intensief'. Het t-shirt is al heel oud, maar dit wasmiddel maakt het zo goed als nieuw. De reclameslogan is terug te vinden bij de letter 'R' als je in het zoekprogramma van http://nl.wikipedia.org/ intypt 'lijst van Nederlandstalige reclameslogans'. In deze lijst vind je daarbij nog vele andere bekende en onbekende reclameslogans. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is terug te vinden op de Vrije Encyclopedie Wikipedia!

Waarom deze intro? Om Robijn Intensief te promoten? Ach nee, ga alstublieft niet teveel af op misleidende reclamestunten. Als we dat doen, dan worden we gek, want dan bestaan er geen slechte produkten op de markt (m.u.v. de concurrerende produkten van het produkt zelf) en als we eindelijk een goed produkt hebben gevonden, dan is er in het volgende reclameblok alweer een betere op de markt verschenen. Ik vind de slogan gewoon leuk en ik gebruik het zelf ook wel eens. Daarbij kan ik met deze slogan wel een interessante vergelijking maken. Ik heb al voor verschillende groepen mensen inhoudelijk wat kunnen vertellen over de 'emergent conversation' (theologiestudenten, gemeenteleiders of gewoon geïnteresseerden met wie ik in gesprek ben) en heel vaak komt daarna de vraag naar boven: "Is dit nu zo nieuw?" Hmm, wat antwoord ik nu op zo'n vraag? Ik heb er altijd wel iets moois van kunnen maken, geloof ik, maar nu heb ik het perfecte antwoord gevonden: "Nee, Robijn Intensief."
Kunnen we nieuwe uitvindingen werkelijk nieuw noemen? Sommigen zullen zeggen van wel, omdat de uitvinding (neem bijvoorbeeld een DVD-recorder) niet eerder bestond. Anderen zullen zeggen van niet, omdat de eerste DVD-recorder is gemaakt met reeds lang bestaande materialen en vanuit reeds lang bestaande kennis. Wie heeft er gelijk? Ik zou zeggen beiden. We kunnen bij nieuwe uitvindingen, ontwikkelingen, inititatieven, etc. met Prediker uitspreken "er is niets nieuws onder de zon" en tegelijkertijd gebruiken mensen niet zonder reden zovaak het bijvoeglijk naamwoord 'nieuw'. Misschien kunnen we hier wel van een paradox spreken.
Ook in de 'emergent conversation' komen we deze paradox tegen. We vinden in de literatuur en in de blogs vaak het bijvoeglijk naamwoord 'nieuw' en toch wordt ook zeer regelmatig naar de 'traditie' verwezen. Een traditie is per definite niet nieuw. Het paradoxale antwoord op de vraag "Is dit nu zo nieuw?" is dat het niet nieuw en toch vernieuwend is. Natuurlijk is het vernieuwend, want de bijvoeglijke naamwoorden 'emergent' en 'emerging' (= opkomend) wijzen er direct op dat er iets opkomt wat nog niet eerder was opgekomen. En toch is het ook niet nieuw, want het komt niet op uit het niets. De wereldgeschiedenis kent uiteindelijk maar 1 creatio ex nihilo (schepping uit het niets), waarover je kunt lezen in de eerste hoofstukken uit de Bijbel. Maar wat maakt het nu eigenlijk uit of het al dan niet nieuw is? Een veel belangrijkere vraag is of het al dan niet goed is. Maar dat is weer een heel andere vraag, die ik niet voor de lezer ga beantwoorden.
Hier volgt nog even het antwoord van Tony Jones op de vraag 'Nieuw?': "Ahead are the days of a 'new' way of understanding and living Christianity where there is no distinction in faith and practice. Many will rightly say to themselves on reading such words: This is nothing new. This is just what the Christian faith has always called for--from Jesus to James--faith and works living in harmony. To which I would say, 'Amen.' This pursuit is not something new to the faith, but far too often it is something new in our experience" (Tony Jones, "Theology of Practice, Practice of Theology," In An Emergent Manifesto of Hope, 172). Nieuw? Nee, Robijn Intensief. Nieuw en niet nieuw tegelijk.

vrijdag 10 augustus 2007

Kunnen christelijke gemeenschappen die zijn en die opkomen elkaar vinden?

In de tijd van de Reformatie heeft Maarten Luther nooit willen breken met de Rooms-Katholieke Kerk en toch is die breuk gekomen. Was deze breuk nodig of kon deze worden voorkomen? Ik denk niet dat het eenvoudig is om deze vraag te beantwoorden. Zoveel mensen, zoveel gedachten. In ieder geval moeten we een breuk vaststellen en dat valt niet meer terug te draaien.

Kunnen we vandaag spreken van een nieuwe Reformatie met de opkomst van postmoderne christelijke gemeenschappen? Volgens sommigen wel (lees bijvoorbeeld Carl Raschke, The Next Reformation: Why Evangelicals Must Embrace Postmodernity, Grand Rapids, MI: Baker, 2004) en volgens anderen niet. Ook hier: zoveel mensen, zoveel gedachten. Vanuit de gedachte ecclesia semper reformanda--de gemeente moet altijd worden hervormd--vind ik het zelf in ieder geval geen probleem om van een soort reformatie te spreken. Veel belangrijker is de vraag of christelijke gemeenschappen die zijn (bestaande kerken) en christelijke gemeenschappen die opkomen (emerging churches) elkaar kunnen vinden of niet. Moeten we een nieuwe breuk verwachten of reeds vaststellen of is dat helemaal niet nodig?

Na het ontvangen van het boek An Emergent Manifesto of Hope (EMH) afgelopen maandag (zie vorige bericht), heb ik de helft alweer gelezen. Eén bijdrage in dit boek heeft mij in het bijzonder geprikkeld om deze post te schrijven, namelijk die van Tim Conder, The Existing Church/Emerging Church Matrix: Collision, Credibility, Missional Collaboration, and Generative Friendship (EMH, 97-107). Tim Conder is al 15 jaar lang actief betrokken als oudste en onderwijzer in een bestaande evangelische gemeente, hij is vanaf het begin actief betrokken in de Emergent Conversation en hij is voorganger van 'Emmaus Way', een Emergent gemeenschap in Durham, North Carolina. Hij heeft de emerging church (EC) dus zowel van binnenuit als van buitenaf leren kennen. Hij heeft in die dubbele leiderschapspositie (hij spreekt zelf van "dual citizenship") veel conflictsituaties meegemaakt, maar hij is toch heel optimistisch over de toekomst: ". . . my leadership journey in the existing church and the emerging church has given me a vision for the future matrix of relationships between existing churches and the emergent community and the missional possibilities for this potential friendship" (EMH, 99). Hij gelooft dus dat het mogelijk is dat christelijke gemeenschappen die zijn en die opkomen elkaar kunnen gaan vinden en elkaar kunnen gaan verrijken. Dat zal echter niet vanzelf gebeuren. Drie dingen zijn daar zeker voor nodig volgens Tim Conder (EMH, 103-107):
(1) Kritische cultuuranalyse; Voor bestaande christelijke gemeenschappen wijst dit op de noodzaak om de cultuur waarin we leven serieus te nemen (wat de EC vooral doet) en voor de EC wijst dit op de noodzaak om de cultuur kritisch te bestuderen, zodat de essentiële kenmerken en praktijken van de christelijke gemeente essentieel zullen blijven (wat bestaande gemeenten vooral doen).
(2) Minder selectieve toeëigening van de kerkgeschiedenis; Voor met name Protestants-christelijke gemeenschappen betekent dit dat men verder terug kijkt dan de Reformatie. Dan zal er wellicht meer begrip ontstaan voor de EC, die zoveel passie heeft voor bijvoorbeeld het mystieke, het mysterieuze, geestelijke disciplines, het narratieve van de Schrift, het monastieke, etc. Voor de EC betekent dit juist dat men niet voorbijgaat aan de Reformatie. Conder schrijft: "In some cases, we need to find our heritage less in Foucault and postmodern critics and more in formative thoughts of Reformation theologians whose battle with modernity carved our path into postmodernity" (EMH, 105).
(3) Verschuiving in het theologische dialoog; De vraag die snel centraal staat in het theologische dialoog tussen bestaande en opkomende christelijke gemeenschappen is: "Wie hoort er thuis in de kerk en wie niet?" Hier ligt vooral een uitdaging voor bestaande gemeenten. Het gaat er toch vooral om wie we willen bereiken? Er moet een verschuiving in het gesprek plaatsvinden van binnen naar buiten de 'kerkmuren', "from the community borders of initiation to the inner spaces of missional imagination" (EMH, 106). Als de missie ook in het theologisch debat voorop wordt gesteld, dan zal de dialoog gemakkelijker vrucht kunnen dragen.
Met veel genoegen heb ik de bijdrage van Tim Conder gelezen. Hij ziet niet graag breuken tussen christenen--die helaas al veel te vaak zijn voorgekomen in de voorbije en recente kerkgeschiedenis--en hij laat in zijn eigen bediening ook zien dat dit niet nodig is. Ik herken zijn verlangen om elkaar te vinden meteen, want het is ook mijn diepe verlangen dat christenen volwassen genoeg zijn om samen te werken en elkaar niet tegen te werken. Zeker in evangelisch Vlaanderen lijkt mij dit belangrijk, want zo groot is het percentage evangelische christenen er niet. Ik werk zelf in een evangelische gemeente en ik volg actief de 'emergent conversation'. Ik voorzie nog wel conflictsituaties tussen beiden, maar ik ben toch even hoopvol als Tim Conder.
"Aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods" (Romeinen 15:7).

maandag 6 augustus 2007

Aan het strand in Scheveningen

Sinds afgelopen zaterdag is het mooie weer begonnen in België/Nederland en ook mijn vakantie is toen van start gegaan. Die combinatie is een mooi voorbeeld van goddelijke voorzienigheid. Hoelang het mooie weer zal duren, dat is altijd weer een vraag in dit deel van de wereld, maar des te meer reden om te genieten van iedere mooie zomerdag die ons wordt geschonken. Ik ben in ieder geval na veel te lange tijd weer eens in Nederland voor een paar weken en dat doet meteen al deugd.

Vandaag ben ik een dagje naar het strand geweest in Scheveningen met m'n oudere broer Marc, m'n schoonzus Marijke, m'n nichtje Lisanne (6 jaar) en m'n neefje Jeremy (4 jaar). Een kleine visuele indruk onderaan dit bericht. Ik had Lisanne en Jeremy al heel lang niet gezien en het was dan ook erg gezellig en leuk om hen weer te zien. Ik ben altijd met jongeren, jongvolwassenen en vooral met volwassenen bezig en het is daarom heel erg fijn om ook weer eens wat tijd door te brengen met jonge kinderen. Afgelopen zaterdag al een heerlijke dag met m'n neefje Sven (3 jaar) en mijn oudere zus Esther doorgebracht en vandaag dus met Jeremy en Lisanne. Kinderen zijn zo eenvoudig, zo leergierig, ze kunnen heerlijk van het leven genieten en dat is allemaal heel mooi om te zien. Ook is de positie van 'nonkel zijn' heel mooi, want je geniet van je neefjes en nichtjes en de mogelijke lasten die bij opvoeding komen kijken laat je aan vader en moeder over:-)

Dit heeft natuurlijk niets met de 'emergent conversation' te maken, maar dat hoeft ook niet altijd. Het is tenslotte vakantie en 'feel free' is dan mijn motto. Wel heb ik van m'n broer vandaag een nieuw boek ontvangen over de 'emergent conversation' (ik bestel boeken meestal via hem)--Doug Pagitt and Tony Jones (eds.), An Emergent Manifesto of Hope (Grand Rapids, MI: Baker, 2007)--en daar zal ik zeker nog wel eens naar verwijzen in toekomstige 'posts'. Bovendien zou ik niet al m'n dingen kunnen doen (inclusief werken aan deze blog) als ik ook niet eens wat anders zou doen (bijvoorbeeld een dagje naar Scheveningen), dus indirect draagt ook deze 'post' bij aan het geheel van deze blog.

(1) Lisanne (links huppelend in roze outfit), ik (naast Lisanne) en Jeremy (het jongetje rechts, helemaal klaar om op de foto te staan) op de heenreis naar Scheveningen; (2) Als je hebt beloofd om samen een zandkasteel te bouwen, dan moet je die belofte ook nakomen; (3) Raymond blaast;

(4) Nog even chillen en nagenieten op de bank voor het slapen gaan; (5) Ome Raymond leest nog een verhaaltje voor. En nu echt naar bed! Maar voor Raymond is de dag nog niet ten einde! Hij praat nog even wat met Marc & Marijke, reist nog van 's Hertogenbosch (waar zijn broer woont) weer terug naar Eindhoven (waar zijn ouders wonen en waar hij tijdelijk verblijft) en schrijft nog een stukje voor zijn blog. Daarna kan hij ook tevreden en moe gaan slapen. Er is niemand die hem nog wat voorleest (zijn kinderjaren zijn immers al even voorbij), dus bladert hij zelf nog maar wat door An Emergent Manifesto of Hope.

vrijdag 3 augustus 2007

Effectieve communicatie

"Hetgeen wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben. En ónze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus" (1 Johannes 1:3).


De boodschap van christenen is er één om te delen en niet om voor jezelf te houden. Dat is al eeuwenlang zo en in de 'emergent conversation' is dat niet anders. It's all about mission! Evangelisatie kan alleen maar plaatsvinden door communicatie en voor communicatie is betrokkenheid noodzakelijk. In deze post ga ik op zoek naar de betekenis van communicatie en naar wat sleutels voor effectieve communicatie, waarvoor ik dankbaar gebruik maak van inzichten uit het volgende werk: Donald K. Smith, Creating Understanding: A Handbook for Christian Communication Across Cultural Landscapes (Grand Rapids, MI: Zondervan, 1992).

De etymologie van het woord 'communicatie' maakt direct het onlosmakelijke verband tussen relatie en communicatie duidelijk. Uit het stamwoord communis (Latijn) is een hele reeks Engelse woorden afgeleid: #common #commune #community #communism #communion #communication. De Engelse taal toont duidelijk de verwantschap tussen de woorden 'gemeenschap' en 'communicatie'. Voor effectieve communicatie is gemeenschappelijk goed van belang. In het begin--als mensen elkaar niet of niet zo goed kennen--is er heel weinig gemeenschappelijk goed. Of liever gezegd: die is er wel, maar dat weten ze nog niet van elkaar. Dat ontdekt men door met elkaar in gesprek te gaan. Hoe beter men elkaar leert kennen en hoe meer men voor elkaar openstaat, hoe meer gemeenschappelijke grond men ontdekt. Natuurlijk zullen er ook vele verschillen ontdekt worden, maar vanuit gemeenschappelijke grond is er een goede basis van respect en betrokkenheid om verschillen open en eerlijk met elkaar te bespreken. Communicatie is meer dan doorgeven van informatie; het is betrokken zijn met elkaar en van daaruit zal gemeenschap groeien. De basis voor effectieve communicatie is wederzijdse betrokkenheid.

Werkelijke betrokkenheid met een ander ontstaat niet zomaar. Je moet daarvoor openstaan voor de context, de cultuur van de ander. Dat geldt niet alleen voor zendelingen in het buitenland, maar net zo goed voor effectieve communicatie met je buurman of buurvrouw. Smith noemt een aantal fasen in effectieve communicatie die van belang zijn (Creating Understanding, 30-36):
(1) Leer de taal van de ander; Voor een zendeling(e) in het buitenland is dit natuurlijk van wezenlijk belang (vind ik tenminste), maar zelfs wanneer mensen dezelfde taal spreken, kunnen zij op een totaal andere golflengte zitten. Gevoeligheid daarvoor is van enorm belang. De taal van de ander leren kennen is daarvoor een grote hulp. Een kind leert te spreken door te luisteren, te imiteren en te participeren in het leven van zijn/haar familie en gemeenschap. Daarmee kunnen we correcte taalstudie misschien wel het beste vergelijken.
(2) Deel ervaringen met de ander; Hoe beter je de taal van de ander leert kennen en spreken, hoe meer ruimte er zal ontstaan om ervaringen te delen. Hiervoor is het goed om niet alleen maar met anderen te spreken, maar ook om dingen met ze te doen.
(3) Neem actief deel in de context, de cultuur van de ander; Als je verhuist naar een nieuwe stad, dan onderneem je zeker in het begin van alles om de stad goed te leren kennen. Je bestudeert de plattegrond, je wandelt rond, je observeert goed en ook is het goed om deel te nemen aan georganiseerde aktiviteiten, monumenten te bezoeken, etc. Ik doe dat toch de afgelopen 10 maanden in Hasselt en dat helpt enorm om de stad te leren kennen. Het is nieuw, het is anders dan je gewend bent, maar door actieve deelname wordt het wel steeds meer ook jouw eigen plekje en ga je je veel sneller thuisvoelen. Dat geldt evenzeer in contacten met anderen. Leer de wereld van de ander kennen, toon interesse en onderneem stappen om die wereld ook van binnen te leren kennen. Sommigen zijn dan direct bang dat normen en waarden hier in het geding komen te staan, maar je hoeft daar je eigen normen en waarden echt niet voor op te geven.
(4) Probeer geloofsovertuigingen van de ander te begrijpen; Welke fundamentele geloofsovertuigingen hebben mensen over de wereld, het leven, God en hun eigen plaats hierin? Ieder mens vult zijn/haar leven in vanuit bepaalde vooronderstellingen, bewust of onbewust. Ieder mens wil bepaalde waarden nastreven. Het is een uitdaging om deze te leren kennen en dat kan alleen door te luisteren, vragen te stellen, betrokken te zijn met de ander.
Bovenstaande fasen zijn niet bedoeld als een stappenplan voor effectieve communicatie. Doe dit, dat en dat en effectieve communicatie vindt plaats. Nee, het zijn eerder aspecten die allemaal belangrijk zijn in het proces van effectieve communicatie en het is goed om deze steeds voor ogen te houden in het contact met de ander. Betrokkenheid is ook niet zomaar de weg om effectieve communicatie mogelijk te maken. Betrokkenheid is communicatie. In al deze fasen vindt effectieve communicatie steeds plaats.
Aan "hetgeen wij gehoord en gezien hebben" in de geciteerde bijbeltekst uit 1 Johannes gaan nog een aantal woorden vooraf, waaronder de volgende: "hetgeen wij gezien hebben met onze (eigen) ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens . . ." (1 Johannes 1:1). In effectieve communicatie kunnen wij ons er niet met een paar woordjes van afmaken. Daar komen al onze zintuigen bij kijken. Daar is sprake van ware gemeenschap met de ander. Ware gemeenschap met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus en van daaruit ware gemeenschap met de ander.

woensdag 1 augustus 2007

Lessen van Twist

Toch nog even doorgaan over spiritualiteit, waar ik in het vorige bericht over schreef. De reactie van Anton n.a.v. het boek van Mulholland heeft me niet losgelaten. Er kwamen weer veel goede herinneringen naar boven over de lessen van Twist. Het boek van Mulholland--M. Robert Mulholland Jr., Invitation to A Journey: A Road Map for Spiritual Formation (Downers Grove, IL: InterVarsity Press, 1993)--was namelijk verplichte literatuur bij de cursus "Seminar Spiritual Education," die ik in mei 2003 heb gevolgd. De cursus werd gegeven door Dr. Tony Twist, een gastprofessor uit Amerika, werkzaam in Oostenrijk. Deze cursus reken ik wel tot één van de beste cursussen die ik heb mogen volgen in het Masterprogramma aan de ETF. Ik heb veel lessen van Twist mogen leren, die mij veel hebben geholpen en die ik ook meermaals heb kunnen doorgeven in persoonlijke gesprekken en in preken.
Eén van die lessen is de volgende. Een probleem waar velen tegenaan lopen in het dagelijks vrijmaken van tijd voor God, is onze drukke agenda. We hebben zoveel te doen en we vinden gewoon niet de tijd om even stil te zitten en lectio divina (zie vorige bericht) toe te passen. Tony Twist daagde ons uit en hij maakte een onderscheid tussen tijd en prioriteit. Hij gaf een voorbeeld uit zijn eigen leven. Hij was een groot fan van een bepaalde sportclub. Ik weet niet meer of het nu een bekende basketbal- of een bekende rugbyploeg was, maar in ieder geval één van de twee. Altijd kon hij tijd vrijmaken om wedstrijden van deze ploeg te bekijken. Niets liet hij hiervoor in de weg staan. Simpelweg omdat het volgen van wedstrijden van deze ploeg prioriteit voor hem was. Voor God kon hij echter heel moeilijk tijd vrijmaken, terwijl hij dat wel heel graag wilde. Dan begon hij zich eerlijk af te vragen of zijn relatie met God werkelijk een prioriteit was in zijn leven. Hij moest in schaamte erkennen dat niet zijn relatie met God, maar zijn favoriete sportclub prioriteit had in zijn leven. Hij was hier niet blij mee, want hij wilde wel dat zijn relatie met God prioriteit in zijn leven was. Dus wat besloot hij? Alle tijd die hij tot dan toe besteedde aan het bekijken van wedstrijden ging hij voortaan besteden aan zijn relatie met God. Dit was geen gemakkelijke beslissing, zeker in het begin niet. Toch heeft dit hem heel goed gedaan en hij heeft hier later geen moment spijt van gehad. Een prachtige les van Twist heb ik hieruit mogen leren. Een andere les die ik van hem heb mogen leren, heeft Dr. Twist een tijdje na de cursus aan mij gestuurd via e-mail. Ik had een paar vragen naar aanleiding van een aantal zaken waar ik mee worstelde en in zijn antwoord las ik onder andere: "we have to learn to crawl before we learn to walk." We moeten leren kruipen voordat we leren te lopen. Ik voelde mij schuldig over een aantal zaken, maar Twist leerde mij om voor mezelf de lat niet te hoog te leggen en dat we het beste leren door te vallen en weer op te staan. Hij antwoordde aan mij: "Vraag vergeving aan God en begin opnieuw." Zo heb ik van Twist vele lessen mogen leren, die mij verder op weg hebben geholpen en waar ik nog regelmatig aan terugdenk.


Ook is het goed om nog enige woorden te wijden aan het boek van Mulholland. Niet alleen vanwege de titel--invitation to a journey--omdat ook hierin de pelgrimsmetafoor weer naar voren komt en dat is altijd een prachtige gedachte voor een 'pilgrim on the move'. Maar ook omdat ik in dit boek een definitie heb geleerd van "spiritual formation" (geestelijke groei) die ik altijd heel goed en bruikbaar heb gevonden. Mulholland beschrijft "spiritual formation" als "(1) a process (2) of being conformed (3) to the image of Christ (4) for the sake of others" (Invitation to A Journey, 15). Geestelijke groei is een proces waarin we veranderd worden naar het beeld van Christus omwille van anderen. Laten we de ingrediënten even nader bekijken. Geestelijke groei is:
(1) een proces; Verandering gaat niet 1,2,3. Het gaat niet vanzelf. Het kost tijd en inzet. Het gaat stap voor stap. We leren door te vallen en weer op te staan, zoals eerder gezegd. Maar we groeien...als 'pilgrims on the move'.
(2) waarin we veranderd worden; Het is niet zomaar dat wij onszelf kunnen veranderen. Wij worden veranderd. Het is het werk van Gods Heilige Geest in ons leven. Onze bereidheid om God Zijn werk in ons leven te laten doen is daarbij wel noodzakelijk, evenals onze bereidheid om te doen wat Hij van ons vraagt. Het is dus dubbelop. Het is zowel Gods werk als ons werk (we noemen dat synergisme in de theologie). Paulus vermeldt beiden in Filippenzen 2:12-13: "Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het hem behaagt" (Nieuwe Bijbelvertaling, 2004). Hoe dan ook, er vindt verandering plaats in ons leven.
(3) naar het beeld van Christus; Jezus Christus is ons grote voorbeeld. Het doel van geestelijke verandering is om te leven in navolging van Jezus Christus. Om te weten wie Jezus Christus was en wat Hij heeft gedaan, grijpen we vooral terug naar de evangeliën in de Bijbel: Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes. Die navolging kost dan ook een prijs. Ook wij moeten--op reis, 'on the move'--ons kruis dragen in navolging van Christus. Jezus belooft ons geen kalme reis, maar wel een behouden aankomst.
(4) omwille van anderen; Jezus zette Zijn leven in voor anderen en ook wij zullen dat steeds meer gaan doen naarmate wij zullen groeien en veranderen. "Heb uw naaste lief," is hier het sleutelgebod. Egocentrisme is dus uitgesloten in de navolging van Christus.

Ik vind dit nogmaals een prachtige definitie van geestelijke groei. Uiteindelijk is het ook mijn eenvoudige, maar diepe verlangen om iets voor andere mensen te kunnen betekenen in alles wat ik doe. Ik maak daarin natuurlijk fouten, maar ik leer iedere dag opnieuw. En steeds wordt het verlangen om anderen te kunnen helpen sterker. Bedankt, Dr. Twist, voor de onvergetelijke en zeer nuttige lessen. En bedankt, Anton, om mooie herinneringen (wellicht zonder dat je het weet) weer naar boven te halen.