Jezus in de Koran
Hoe denk je als christen over de Islam? Waarop is je beeld van de Islam gebaseerd? Hoe stel je je op tegenover moslims? Heb je al ooit een moslim ontmoet en gesproken? Wie is Allah? Wat zegt de Koran over Jezus? Prikkelende vragen als deze stelt Prof. Dr. W.J. Ouweneel centraal in zijn tweede seminar in Evangelische Gemeente 'De Lichtstad' in Eindhoven op 22 oktober 2015. Ouweneel is bezig met een drieluik over de drie godsdiensten Christendom, Jodendom en Islam. Hieronder belicht ik een paar dingen die Ouweneel naar voren bracht over het onderwerp 'Christendom en Islam'.
Na twee bijbellezingen uit Genesis 17 (de gezegende nakomelingen van Ismaël) en Ezechiël 47 (de welkome vreemdelingen in Israël) wijst Ouweneel op twee gangbare misverstanden:
1. Allah is een demon. Allah is niet de naam van een demon, maar de naam van God. Allah is verwant aan het Hebreeuwse woord 'Elohiem', de bijbelse naam van God.
2. De God in de Koran is een andere dan de God in de Bijbel. Ouweneel onderstreept dat Mohammed alles wat hij wist over God heeft geleerd van Joden en christenen. Daarbij erkent Ouweneel wel dat Mohammed een ander portret van God schildert. Zo vind je bijvoorbeeld de benaming 'liefde' voor God niet terug in de Koran. Dit laatste lijkt mij niet onbelangrijk. Uiteraard heeft de Koran bijbelse wortels, maar kun je na de 'portretschildering' van Mohammed nog vasthouden aan de gedachte dat de God in de Koran dezelfde is dan de God in de Bijbel? Hoe dan ook, de overeenkomsten bieden mooie aanknopingspunten voor een gezonde dialoog.
Het doel van Ouweneel's betoog is om in tegenstelling tot alle negatieve beeldvorming over de Islam en de moslims een positieve beeldvorming te schetsen. Een ander geluid, een andere kijk. Dat is zeer te waarderen. Jodendom, Christendom en Islam hebben een hoop gemeenschappelijk goed. Het zijn wereldwijd de enige drie monotheïstische (= geloof in één God) godsdiensten. 'Islam' betekent letterlijk 'onderwerping'. Trouwe moslims zijn mensen die zich onderwerpen aan de wil van God. Dat geldt ook voor trouwe Joden en christenen. Het is trouwens ook zo dat we niet alle moslims op één hoop kunnen gooien. Er zijn vele soorten moslims van links tot rechts, van liberaal tot radicaal, zoals ook het geval is bij Joden en christenen. Ouweneel vindt het daarbij niet terecht dat de Islam blind gelijk wordt gesteld aan geweld. Radicale groeperingen komen we net zo goed tegen in het Jodendom en Christendom. Radicalisme en geweld zijn niet uitsluitend te koppelen aan een godsdienst of religie. We komen het tegen bij alle soorten groepen mensen. Ook verwerping van geloofsovertuigingen over de goddelijkheid van Jezus en de goddelijke Drie-eenheid komen we niet alleen tegen bij moslims. Dat komen we net zo goed tegen in het Jodendom en het Christendom.
We weten als christen heel gemakkelijk te spreken over de dreiging van de Islam en kunnen dat in ons hoofd zelfs direct verbinden aan paniekerige eindtijdsscenario's. Maar wat weten we eigenlijk over de Islam? Hebben we de Koran gelezen? Hebben we ons wel eens verdiept in de islamitische geloofsleer? Na het stellen van deze vragen concludeert Ouweneel heel terecht dat we zeer voorzichtig moeten zijn in ons spreken als we eerlijk moeten bekennen dat we er eigenlijk niet zoveel van weten. Let op: Ouweneel is niet van plan om je te bekeren tot de Islam. Hij daagt je eerder uit om je eigen gedachten kritisch onder de loep te nemen. Hij wil gewoon dat je goed weet waarover je het hebt. En je hebt het er weleens over toch? Ouweneel maakt de uitdaging zelfs nog iets persoonlijker. Hij vraagt of je weleens een moslim hebt ontmoet. Heb je weleens een moslim gesproken? Heb je weleens een moslim leren kennen? Het zijn in veel gevallen gewoon mensen zoals jij en ik. Ouweneel mag de vragen terecht stellen. Hij is op veel plekken in de wereld geweest en heeft veel moslims ontmoet en gesproken. Hij heeft ze zelfs soms kunnen verbazen met zijn kennis over de Islam en de Koran. Hij heeft in sommige gevallen zijn geloofsovertuigingen kunnen delen. Dit allemaal heeft zijn horizon verbreed. Kunnen wij hetzelfde zeggen?
Stel nu dat je als christen een moslim ontmoet. Hoe benader je een moslim? Wat zeg je tegen een moslim? Het grote verschil tussen Christendom en Islam zit natuurlijk in de vraag wie Jezus is. Hier ligt trouwens ook het grote verschil tussen Christendom en Jodendom. Wat zeg je dan over Jezus tegen een moslim? Ouweneel stelt dat het dan niet handig is om uit te leggen wie Jezus is met een beroep op de Bijbel. Dan zal een moslim niet zo snel luisteren. De Koran wordt namelijk gezien als een verbeterde versie van de Bijbel. Het is dan ook wijzer om in de opening van het gesprek uit te leggen wie Jezus is met een beroep op de Koran. De Koran spreekt namelijk met groot respect over Jezus. Hier liggen belangrijke aanknopingspunten voor een goed gesprek tussen de christen en de moslim. Ouweneel geeft een kleine opsomming van wat de Koran leert over Jezus:
1. Jezus werd geboren uit de meest verheven vrouw, nog wel een maagd (Q19:20-22) -Mohammed niet.
2. Jezus was zondeloos (Q19:19) - Mohammed niet (Q40:55; 47:19; 48:2).
3. Jezus was de Messias (bijv. Q4:171) - Mohammed niet.
4. Jezus was het Woord van God - Mohammed niet.
5. Jezus was/had de Geest van God - Mohammed niet.
6. Jezus was een groot genezer van zieken (Q3:49) - Mohammed niet.
7. Jezus werd door God opgenomen in de hemel (Q4:158) - Mohammed niet.
8. Jezus zal terugkeren - Mohammed niet.
9. Jezus kreeg Gods hulp door de Heilige Geest (Q2:253) - Mohammed niet.
10. Jezus kan scheppen en leven geven (Q3:49) - Mohammed niet.
Bron: http://vergadering.nu/leesmap20100319-ellips-jezus-en-de-koran.htm (Ouweneel noemde alleen de punten, maar op deze website vind je ook de verwijzingen met verdere uitleg)
Hieruit kun je toch wel concluderen dat Jezus in de Koran meer was dan een profeet. Genoeg aanknopingspunten voor een goed gesprek, wat ruimte biedt voor het werk van Gods Geest. Ik waardeer de positieve benadering van Ouweneel, zoals eerder gezegd. Ik waardeer het ook dat hij in de spiegel kijkt naar zijn eigen geloofstraditie als het bijvoorbeeld gaat om radicalisering of ontkenning van Jezus Christus als Zoon van God. Beiden komen we inderdaad ook tegen binnen het Christendom. Zeker wanneer we onze ogen daarbij niet sluiten voor de geschiedenis. Wat minder aan het licht is gebracht, is dat Jezus totaal anders te werk ging dan Mohammed. Jezus is met een hart vol liefde hét voorbeeld voor christenen en Mohammed is met het zwaard in de hand hét voorbeeld voor moslims. Dat lijken mij toch twee totaal verschillende voorbeelden om na te volgen. Tegelijk ligt hier een hele grote uitdaging voor de dialoog tussen Christendom en Jodendom. Met een boodschap van liefde en genade bereiken we als christenen oneindig veel meer dan met een signaal van angst en veroordeling. Ouweneel geeft in ieder geval weer een hoop stof tot nadenken.