Met het bericht 'de dwaasheid gekroond' (zie blogarchief december 2008) wordt de wijsheid natuurlijk niet onttroond. Het begrip wijsheid en vooral de menselijke opvattingen hierover kunnen ernstig worden gerelativeerd, maar het bestaan van wijsheid wordt daarmee niet ontkend. Wat niet bestaat, kunnen we immers ook niet relativeren. Hieronder een korte bijbelse beschouwing over de wijsheid.
"Door wijsheid wordt een huis gebouwd, door inzicht houdt het stand, door kennis worden de kamers gevuld met rijke en kostbare pracht" (Spreuken 24:3-4, NBV). In deze verzen uit het boek Spreuken horen wijsheid, inzicht en kennis bij elkaar. Het zijn hier haast synoniemen. Wijsheid is het fundament. (Praktisch) inzicht en (theoretische) kennis zijn twee belangrijke aspecten van de wijsheid. Beiden zijn nodig om een huis--eenmaal gebouwd--in te richten en te onderhouden. Voor elke beslissing, elke handeling is wijsheid nodig. Dat geldt ook voor ons geestelijk leven.
Wijsheid is niet iets wat we zomaar uit onszelf kunnen vinden. Het is eerder iets wat we kunnen ontvangen. Het is een gave van God. "Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven" (Jakobus 1:5, NBV). Een eerste sleutel om wijsheid te vinden, is dus het gebed. J.I. Packer geeft daarbij in zijn boek 'God leren kennen' (pp. 89-90) twee noodzakelijke stappen om wijsheid te ontvangen:
1. God vrezen: "De vreze des Heren is het begin der wijsheid" (Job 28:28; Psalm 111:10; Spreuken 1:7; 9:10, NBG). Met 'vrees' wordt geen 'angst' bedoeld, maar 'eerbied' en 'ontzag'. God vrezen betekent ontzag hebben voor God, op God vertrouwen en niet op ons eigen inzicht.
2. Gods Woord aannemen: "Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, ik ben er eeuwig mee verbonden. Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want ik overdenk uw richtlijnen, ik heb meer inzicht dan ouderen, want uw regels volg ik op" (Psalm 119:98-100, NBV).
In het Nieuwe Testament wordt Jezus Christus "Gods wijsheid" genoemd (1 Korintiƫrs 1:24, NBV)), in wie "alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen" (Kolossenzen 2:3). Zijn leven wordt gekenmerkt door gebed, ontzag voor de Vader en goede vertrouwdheid met de Schriften. De belangrijkste sleutel voor de wijsheid--zo lijkt het tenminste--ligt dus in de navolging van Christus. Veel wijsheid gewenst.